Direct naar artikelinhoud
Website logo

Herman Brusselmans: 'Het is duidelijk dat Alex Callier en Willy Sommers de mosterd uit een gedeelde pot halen'

Herman Brusselmans: 'Het is duidelijk dat Alex Callier en Willy Sommers de mosterd uit een gedeelde pot halen'

Herman Brusselmans gaat iedere week op zoek naar het verhaal achter een opvallende kop in de krant of op een nieuwssite.

Herman Brusselmans: 'Het is duidelijk dat Alex Callier en Willy Sommers de mosterd uit een gedeelde pot halen'

Er wordt gezegd dat het Eurovisiesongfestival al jaren louter populair is bij homoseksuelen. Dan zitten we goed met de deelname van Hooverphonic, want geef toe, die Alex Callier, dat is toch een jeanolle eerste klas. Met dat kapsel en dergelijke dingen. En zoals hij op het podium staat, starend met die venijnige oogjes in het publiek, uitkijkend naar één of andere leuke boy die na het optreden in de backstage kan worden verwelkomd. Maar goed, of Alex Callier homo is of niet, daar zijn al genoeg discussies over gevoerd, en we kunnen ons beter concentreren op de fenomenaliteit waarmee Hooverphonic vanaf 1995 het Belgische muzieklandschap mede heeft bepaald.

De groep heette toen nog Hoover. Maar je had ook het stofzuigermerk Hoover, en dat wilde de naam claimen. De eigenaar van de fabriek, John Hoover, is zelfs nog afgereisd naar de hoofdzetel van de band in Sint-Niklaas, en stelde Alex Callier voor om de naam van de groep te veranderen in Boover, Foover of Moover. Doch Alex weigerde en zei tegen John Hoover dat hij z’n schup kon afkuisen en weder verkassen naar Alabama. Voor hij vertrok, zei John Hoover nog tegen Alex: ‘Hoe dan ook heb je een mooi kontje, saucy bitch.’

Na maandenlang brainstormen met de groepsleden, het management, het impresariaat en de pipo’s van de platenfirma werd beslist om het ensemble Hooverphonic te noemen. Een naam die klinkt als een klok, die in alle talen te begrijpen is en die niet lijkt op de naam van een andere band, al had je wel reeds Stereophonics, Boover & The Mooverphonics, en The Phoney Phonicles uit Zwijnaarde. Maar die laatstgenoemde band was op sterven na dood, omdat hun bassist de gitarist aids had bezorgd, en de drummer tijdens het herstellen van z’n dakgoot van een stelling was gekukeld en drie nekwervels had gebroken. Nu mag je zeggen wat je wilt, maar een drummer met drie gebroken nekwervels, die kan gerust z’n stokjes opbergen.

Onder de naam Hooverphonic begon het geesteskind van Alex Callier pas echt naar de top door te stoten. Ze hadden verschillende hits in binnen- en buitenland, en één ervan werd zelfs gebruikt door de oude nicht Bernardo Bertolucci in één van z’n films. En zo kreeg Hooverphonic een moeilijk te overschatten internationale betekenis in de wereld van zang en dans. Wat is het geheim? Nou, de songs die Alex Callier en z’n schaduw Raymond Geerts uit hun pen toveren, zijn ten eerste beluisterbaar, ten tweede makkelijk mee te neuriën, ten derde schitterend geproduceerd en ten vierde magistraal georkestreerd. In die zin valt de muziek van Hooverphonic te vergelijken met die van onder meer Inspiral Carpets, The Flaming Lips, Massive Attack, Village People en Willy Sommers. Een hit als ‘Vinegar & Salt’ lijkt derhalve heel sterk op ‘Het water is veel te diep’ van Willy Sommers, en al is er nog net geen sprake van plagiaat, toch is het duidelijk dat Alex en Willy de mosterd uit een gedeelde pot halen.

Wat we ook niet mogen vergeten, is de rol van de zangeres in de prestaties van Hooverphonic. Alex Callier wisselt weleens van frontmeisje, maar telkens zijn het grietjes met de keel van een nachtegaal. De beste was natuurlijk Geike Arnaert, maar die kon op den duur niet meer tegen het vele reizen, het lange wachten tussen de gigs door, de meestal niet-veganistische catering en de dictatoriale neigingen van Callier. En als ze haar maandstonden had, haatte ze het helemaal om op de planken te staan, doodsbang dat er ineens druppels bloed vanonder haar galajurk zouden vloeien. Dat mogen we Geike niet kwalijk nemen, want de meeste vrouwen zijn bang voor hun maandelijks vloeiende bloed, en wij, mannen, mogen blij zijn dat die ongestelde bullshit ons bespaard blijft. Ondertussen is Geike Arnaert halftime zangeres gebleven en de overblijvende tijd vult ze op met breien, batikken en mijn boeken lezen, want zoals zovele, praktisch ontelbare, intellectuele mokkels is ze een enorme fan van m’n oeuvre.

De huidige zangeres van Hooverphonic is Luka Cruysberghs, die er 12 uitziet doch reeds 18 is, en wie het geen reet kan schelen dat ze af en toe haar periode heeft, ook al omdat Alex Callier tegen haar gesnauwd heeft: ‘Maandstonden of geen maandstonden, de longen uit je lijf zingen, pekeltrut!’ Bevend en trillend van de angst voor Callier staat Luka dan ook de sound van Hooverphonic te vertalen in geweldige zangpartijen. Het is een zekerheid dat het trio Callier, Geerts en Cruysberghs een waardige vertegenwoordiger voor België zal zijn. En alle homo’s zullen voor hen stemmen.