Direct naar artikelinhoud

Nederland stelt reputatiebelangen nog altijd boven het belang van slachtoffers

Weduwe Anti Rukiyah zit aan het graf van haar man Saleh Tanuwijaya in Balongsari op West-Java, september 2011. Het dorp heette vroeger Rawagede en daar vermoordden Nederlandse militairen in augustus 1947 bijna de gehele mannelijke bevolking, 431 mannen, toen ze op zoek waren naar een onafhankelijkheidsstrijder.Beeld AFP

Nederland stelt nog altijd het eigenbelang voorop als het gaat om schadevergoeding na oorlogsmisdaden in 1945-1949, vinden historicus Tineke Bennema en voorzitter Comité Nederlandse Ereschulden Jeffry Pondaag.

en

"Hoe lang moeten we nog wachten voordat we de schadevergoeding krijgen?'' Regelmatig krijgt de Stichting Comité Nederlandse Ereschulden vragen van de Indonesische weduwen van mannen die zijn vermoord door Nederlandse militairen in de periode 1945-1949. De weduwen en ook hun kinderen wonnen met advocate Liesbeth Zegveld vier rechtszaken op rij tegen de Nederlandse staat. De meesten wachten nog altijd op schadevergoeding. Ze moeten van de staat nu met harde bewijzen komen dat ze echt getrouwd waren, en dat hun mannen echt zijn vermoord. Uiteraard zijn documenten veelal verdwenen.

Dat deze nabestaanden op leeftijd zijn, is de staat bekend. En ook dat er inmiddels verscheidene weduwen zijn overleden zonder dat zij hun geld hebben gezien.

Maar na 70 jaar hebben we nog steeds geen cent voor jullie

In de loop van 70 jaar heeft de Nederlandse regering haar standpunt gewijzigd van volledige ontkenning van door Nederland begane gewelddadigheden, via vervolgens een halfhartig parlementair onderzoek (Excessennota), in een schoorvoetende opdracht voor een historisch onderzoek dat in september van start gaat en nog vele jaren gaat duren. Het verstrijken van de tijd werkt in het voordeel van de staat. Zij hoeft geen standpunt in te nemen. En de overheid lijkt met de instelling van een onderzoek tegelijkertijd een rem op de rechtszaken te hebben gezet.

Halfhartig

Hoe leg je uit aan deze mensen die rechtszaken aanspanden: juristen hebben jullie leed erkend en recht gedaan, Nederland heeft (zij het halfhartig) excuses gemaakt voor executies, journalisten hebben artikelen geschreven, historici hebben het met feiten aangetoond: allemaal stellen ze jullie in het gelijk. De schadevergoeding betreft niet veel geld (hooguit enkele honderden weduwen zouden 20.000 euro kunnen krijgen; voor de kinderen gaat het om hooguit enkele honderden euro's) en Nederland is een rijk land. Maar na 70 jaar hebben we nog steeds geen cent voor jullie.

Wrang is ook dat in het voorstel voor onderzoek naar Nederlandse gewelddadigheden van het Niod, KITLV en NIMH in opdracht van de regering de nabestaanden niet expliciet vermeld worden als bron van informatie, van oral history en evenmin als doelgroep en partner. In de Klankbordgroep is geen plaats voor hen. De regering vraagt wel om onderzoek naar de Bersiap (waarin opstandelingen Nederlandse vrouwen en kinderen in de Japanse kampen aanvielen na augustus 1945), onder meer om de 'psychologische gevolgen voor Nederlandse militairen en burgers beter in kaart te brengen'. Daarbij wordt gewezen op snelle actie vanwege de hoge leeftijd van de veteranen. In herinnering mag worden gebracht dat ook de weduwen en hun kinderen kampen met trauma's. Blijkbaar geldt urgentie voor veteranen meer dan voor de nabestaanden aan de andere kant van de oceaan. Maar ze zijn deel van diezelfde geschiedenis. De loop van het geweer was gericht op een mens.

Als kolonist en als slachtoffer meent het daarmee recht te hebben op initiatief van onderzoek en recht

Ja, de onderzoekers stellen dat er Indonesische historici geraadpleegd zullen worden en da 'regionaal' onderzoek wordt verricht. Alsof het niet gaat om een nationaal conflict. Vaag hebben de onderzoeksinstituten het nog over: egodocumenten in Indonesië en audiovisuele getuigenissen. Van wie, dat is een raadsel.

Geen wedstrijd

Het antwoord aan de weduwen moet zijn dat Nederland nog altijd reputatiebelangen stelt boven het belang van slachtoffers die vielen door Nederlandse oorlogsmisdaden. Dat Nederland ook vindt dat de kolonisten zelf slachtoffer waren van geweld. In het onderzoeksprogramma heet het zelfs dat de Bersiap mogelijk 'als belangrijke factor in de latere oorlogsvoering' kan gelden.

Alsof de oorlog niet ging om het wingewest terug te krijgen. Het valt zeer te betreuren dat Nederlandse vrouwen en kinderen slachtoffer werden van opstandelingen tijdens de Bersiap. Daar staan meer dan 100.000 veelal Indonesische burgerslachtoffers tegenover die zijn gemaakt in een oorlog die officieel is begonnen door de Nederlandse staat en waarvoor ons land internationaal scherp werd veroordeeld.

Hier gaat het niet om een wedstrijd wie het meest heeft geleden. Maar het lijkt er nu sterk op dat de wereld nog steeds om Nederland draait, een land dat nog altijd niet ontgroeid is aan de rol van kolonist en zich nog steeds niet kan inleven in het lot van het echte slachtoffer. Anderzijds vindt Nederland dat er tijdens de Bersiap groot onrecht is gedaan. Als kolonist en als slachtoffer meent het daarmee recht te hebben op initiatief van onderzoek en recht. En daarmee gaat het gewoon door met het veiligstellen van eigen belangen, zoals het 350 jaar lang deed in Indië.

Wij roepen de Nederlandse regering en de historici dan ook op: Doe de weduwen en hun kinderen recht in het nu, maar ook in het verleden. De geschiedenis van Nederland en Indonesië zijn met elkaar verbonden. En wat geldt voor de veteranen, geldt ook voor de nabestaanden: er is haast mee gemoeid.