Terug naar de krant

‘Brazilië is het centrum van de wereld’

Leeslijst reportage Beeldende kunst

Anna Bella Geiger De Braziliaanse kunstenaar Anna Bella Geiger (89) exposeert voor het eerst in Nederland. „De wereld wordt nog vaak vanuit een eurocentrisch perspectief bekeken.”

Leeslijst

Statig maar behoedzaam wandelt kunstenares Anna Bella Geiger (89) richting haar galerie, terwijl in de verte haar assistent druk gebarend roept: „Ze zijn er al!” Geiger, een korte slanke oudere dame, gekleed in een broek van glanzende zwarte stof, zachte gympen, en het haar in een halflange boblijn , omzeilt zorgvuldig de natte plassen van een korte maar zeer krachtige regenbui. „En waar zijn de mensen dan van de Nederlandse krant?”, vraagt ze terwijl de NRC-correspondent en lokale fotograaf pal voor haar staan en de hand uitsteken voor kennismaking. „Oh jullie zijn het! Maar jullie zijn Zuid-Amerikanen, wat leuk!” roept ze uit.

Haar enthousiasme past bij een terugkerend thema in het werk van Geiger die momenteel in het Frans Hals Museum in Haarlem haar eerste solo-expositie op Nederlandse bodem heeft. Zuid-Amerika zit in haar hart, lijf, hoofd en dus in haar kunst.

Niet zelden verbeeld ze in haar werk geboortestad Rio de Janeiro als centrum van de wereld. Hoewel Geiger in de jaren zeventig meedeed aan een groepsexpositie in het Stedelijk Museum, en ook in verschillende Europese steden al exposities had, was ze tot deze solo-expositie in Haarlem een relatief onbekende in Nederland. In Brazilië daarentegen is ze een van de meest bekende en geliefde kunstenaars.

Ze deed al talloze keren mee aan de Biënnale in Sao Paulo en haar werk hangt in grote musea als het MoMA in de New York en het Centre Pompidou in Parijs. Ze studeerde kunst en werkte halverwege de jaren vijftig kort in New York, waar ze deel uitmaakte van de toen opkomende abstracte-kunstscene maar eigenlijk was ze haar tijd altijd al ver vooruit.

Als een van de eersten begon ze eind jaren zestig al met videokunst, toen ze haar eerste video-8-camera kocht en in eerste instantie familiefilmpjes maakte. Nadat ze les kreeg van een bevriende cameraman zette ze video in als kunst.

Werk van Geiger uit de jaren zeventig rondom thema’s als identiteit, dekolonisatie en het opheffen of juist optrekken van grenzen, is nu zeer actueel. En ze blijft, ondanks haar hoge leeftijd – eind tachtig is ze – nog steeds kunst maken en zichzelf steeds opnieuw uitvinden. „Ik raak niet uitgekeken, uitgedacht en daardoor niet uitgewerkt”, zegt ze tussen twee regenbuien door, met de deuren van het kantoor open, en een kop zwarte koffie op schoot. „Eigenlijk word ik steeds productiever. Vroeger was ik trager in mijn werk, ik had soms last van depressies en nam ook medicatie. Maar het gaat goed met me, ik voel me gezond en zit prettig in mijn vel.”

Overtuigd marxist

Ze woont in de buurt van haar galerie die ze eerder dit jaar opende, samen met haar, inmiddels 99 jaar oude echtgenoot, een oud-politicoloog, universiteit docent en overtuigd marxist die tijdens de militaire dictatuur in Brazilië werd opgepakt en gevangen zat. Twee kinderen en kleinkinderen in het buitenland, in Frankfurt en New York, en een dochter en kleinkinderen in Rio.

Ze begon al op haar vijftiende met tekenen en schilderen. Als hobby, zo hoopte haar vader, want hij zag haar liever studeren. Als kind van Pools-Joodse migranten die eind jaren twintig naar Brazilië waren gekomen, lag de toekomst in een universiteitstitel, was de gedachte.

Hoe was het om in die tijd, jaren dertig, veertig op te groeien hier in Rio?

„Als ik er op terugkijk was die tijd heel belangrijk voor mijn verdere vorming, ook in de kunst. Ik groeide op als kind van eerste generatie migranten die een nieuw thuis in Rio vonden. We woonden in de wijk Catete, nu een middenklasse-wijk, toen een arbeiderswijk met Brazilianen met allerlei achtergronden. Naast ons woonden Portugese migranten, achter ons een Afro-Braziliaanse gezin, waarvan de oma de slavernij nog had meegemaakt. Verderop woonden Libanezen. Ik speelde met iedereen in de buurt. En probeerde mijn plek te vinden. Wie ben ik in dit veelzijdige spectrum, vroeg ik me af. Thuis spraken we Jiddisch, mijn zus en ik waren de eersten uit ons gezin die Portugees spraken. We waren niet rijk, maar ook niet arm. Mijn vader probeerde als meubelmaker en klusjesman het gezin te onderhouden.”

Als in Europa de Tweede Wereldoorlog uitbreekt heeft dat ook impact in Rio, in huize Geiger. „Vooral mijn ouders raakten in paniek. In Polen werd bijna de hele familie uitgeroeid. Mijn vader was doodsbang, want het was bekend dat er ook in Rio Duitse spionnen waren. Bovendien vluchtten tijdens de oorlog al nazi’s naar Brazilië en andere landen in Zuid-Amerika. Ik herinner me hoe mijn vader huilde van geluk toen de oorlog uiteindelijk was afgelopen”.

Onder lichte druk van haar ouders ging ze uiteindelijk toch maar studeren. Het werd Duits. „Maar ondertussen ging ik ook juist steeds meer kunst maken en naast de universiteit ook naar de kunstacademie. Daar kwam ik in contact met Europese grootheden zoals Rembrandt, Vermeer, Monet. Werk dat ik waardeerde, maar of het me heeft beïnvloed weet ik niet. Ik voelde me vrij. Ik deed wat ik voelde, dat was abstract, zonder voorbeelden.”

In 1953, ze is net twintig, heeft Geiger haar eerste expositie in Rio de Janeiro. Ze viel op en won prijzen, vertelt ze, terwijl het gesprek zich ondertussen verplaatst naar haar galerie, waar ze een oude installatie van piramides nieuw leven inblaast en wat zand en stenen rondom het werk plaatst.

Pionieren

Hoe zag die kunstscene in Rio er uit in de jaren vijftig? „Het was een boeiende tijd hoewel het vooral pionieren was. Mijn werk werd niet begrepen, ik was daarnaast ook nog een vrouwelijke kunstenaar en in een machowereld was dat niet makkelijk. En we hadden nauwelijks geld voor materiaal. Ik werkte soms met niet meer dan kranten en materialen zoals zand en wat ik vond op het strand. Maar het was toch ook een artistieke tijd, waarin veel gebeurde. De grote Braziliaanse schrijfster Clarice Lispector kwam ook op. Ik groeide met haar op in onze wijk Catete. Haar ouders (ook Joods maar afkomstig uit de Oekraïne) en mijn ouders waren vrienden. Toen ik halverwege de jaren vijftig naar New York ging voor een expositie en daar een paar jaar woonde ontdekte ik dat daar veel meer bekendheid was met abstracte kunst, de pop art van Andy Warhol was ook al doorgedrongen.”

In haar galerie, een ruimte met drie etages, wordt een selectie van haar werk van de afgelopen zestig jaar geëxposeerd. Bij binnenkomst zie je de grote installatie – ouder werk dat ze nu herschept, en een serie piramides. Op de achtergrond is via een groot scherm videomateriaal te zien van farao’s in snel gemonteerde bewegingen. „Ik ben veel bezig met de vraag naar onze oorsprong als mens, waarbij het Midden-Oosten, de Egyptische cultuur, maar ook Mesopotamië een rol speelt. In de jaren zeventig verdiepte ik me in de eerste bewoners van Brazilië, de inheemsen en wij die later zijn gekomen.”

Ze maakte er het werk Brasil nativo/Brasil alienigena (Native Brazil/Alien Brazil) waarbij ze zich liet inspireren door oude overheidsfoto’s van inheemse groepen in de Amazone. „Blijven wij de ander, de aliens, zoals ik ons dan noem, of kunnen we uiteindelijk ook als echt Brazilianen zijn, zoals de eerste bewoners? De vraag dringt zich dan op hoe je je verhoudt tot de geschiedenis en de plek die je daarbij inneemt.”

Verderop hangen gravures en wereldkaarten. Cartografie die ze ook in Haarlem exposeert. Zuid-Amerika en Afrika vormen het oercontinent Pangea. Volgens wetenschappers zaten de twee continenten ooit aan elkaar vast. Er hangt een kaart waarbij Rio de Janeiro het cultureel middelpunt van de wereld vormt. Op een volgende wereldkaart is Brazilië juist uitgegumd, alsof het land niet bestaat.

Militaire dictatuur

Vanwaar de fascinatie voor wereldkaarten? „Ik wil daarmee laten zien hoe een land als Brazilië er vaak niet toe doet. De wereld wordt nog vaak vanuit een eurocentrisch perspectief bekeken. Maar voor mij, vanuit mijn perspectief, is Brazilië het centrum van de wereld. Waarom die wereldkaarten nu zo aanslaan, terwijl ik ze al in de jaren zeventig maakte, is omdat er, denk ik, veel meer vanuit een dekolonisatieproces naar de wereld wordt gekeken. Er is meer ruimte voor andere perspectieven. Dat ik nu, in de laatste fase van mijn leven, solo-exposities heb in Europa, toont ook dat er meer behoefte en ruimte is voor het Zuid-Amerikaanse perspectief.”

In haar oeuvre dat pakweg zestig jaar bestrijkt was de militaire dictatuur in Brazilië (1964-1985) een belangrijke periode, zegt ze. „Het was een bloedige tijd, er was onderdrukking. Als kunstenaar lagen we onder een vergrootglas.” Terwijl veel van haar collega’s Brazilië ontvluchtten, zat Geiger in een compleet andere situatie. Ze was al jong moeder geworden, haar echtgenoot was openlijk tegen de militairen. „Hij is opgepakt en zat een tijd in de gevangenis. Hij verloor zijn baan bij de universiteit. Het lukte nauwelijks rond te komen.” Door het isolement werd haar perspectief vooral naar „binnen gekeerd”. „Mijn werk ging in die tijd meer over de tastbare onderdrukking en hardheid van de dictatuur. Lichaamsdelen en organen in bloed, als offers die gebracht werden voor de vrijheid. het was de minst abstracte periode in mijn werk. Ik kon niet anders dan de realiteit laten zien.”

Ze vindt zichzelf steeds opnieuw uit. Bij haar bezoek aan Haarlem voor de opening nam ze een stapel Nederlandse kranten mee terug. „Ik probeer met mijn studie Duits wat woorden te ontcijferen. Maar er zal nieuw werk uitkomen, opeens komt er een idee en ga ik aan de slag.”

Lees ook Geigers expositie in Haarlem
Anna Bella Geiger, ‘Brasil nativo Brasil alienigena’ (detail), 1976-1977.
Een versie van dit artikel verscheen ook in de krant van 30 juni 2022.

Mail de redactie

Ziet u een taalfout of een feitelijke onjuistheid?

U kunt ons met dit formulier daarover informeren, dat stellen wij zeer op prijs. Berichten over andere zaken dan taalfouten of feitelijke onjuistheden worden niet gelezen.

Maximaal 120 woorden a.u.b.
Vul je naam in