Opinie: SP moet niet wegkijken van burgemeestersposten

Burgemeester Emile Roemer van Heerlen tijdens een bezoek aan een arbeidsmigrantenpark op een voormalige ijsbaan.

Burgemeester Emile Roemer van Heerlen tijdens een bezoek aan een arbeidsmigrantenpark op een voormalige ijsbaan. Foto: Sem van der Wal

Als het aan partijvoorzitter Jannie Visscher ligt, levert de SP in de toekomst geen burgemeesters meer. Maar de SP moet meer doen dan actievoeren; ze moet verantwoordelijkheid nemen.

Na elf jaar in de Tweede Kamer gezeten te hebben, werd Emile Roemer in maart 2018 benoemd als waarnemend burgemeester van de gemeente Heerlen. Een primeur: hiermee werd Roemer de eerste burgemeester van SP-huize.

Het burgemeesterschap bleek de joviale Brabander op het lijf geschreven. Roemer werd in Heerlen door vriend en vijand gewaardeerd om zijn aimabele leiderschapsstijl en hij zou een burgemeester worden die dicht bij de inwoners stond. Zijn mandaat als waarnemend burgervader werd tussentijds liefst vijfmaal verlengd. Een overtuigender bewijs dat ook de SP prima bestuurders kan leveren, lijkt nauwelijks denkbaar. ‘Roemer heeft het in Heerlen goed gedaan,’ aldus partijvoorzitter Visscher vorige week in het NRC, ‘en daarmee is voor ons de kous af.’

Tegen de Kroonbenoeming

Sinds haar oprichting in 1972 staat de SP in een sterk antimonarchistische traditie. Volgens de partij staat een door de Kroon benoemde burgemeester op gespannen voet met belangrijke uitgangspunten van de moderne democratie, waarin het politieke primaat bij de volksvertegenwoordiging ligt. De SP is dan ook altijd voorstander geweest van een door de gemeenteraad gekozen burgemeester.

Inmiddels heeft de raad daadwerkelijk een doorslaggevende rol bij het voeren van sollicitatiegesprekken met burgemeesterskandidaten, het vaststellen van voorkeurskandidaten en de uiteindelijke benoeming. Met de komst van de vertrouwenscommissie is de kritiek op de benoemde burgemeester dan ook niet langer fundamenteel.

Populistisch vijandbeeld

Door haar leden te ontmoedigen om te solliciteren naar het ambt van burgemeester, houdt de SP een populistisch vijandbeeld in stand dat zij zelf gecreëerd heeft. Reeds voordat Thierry Baudet zijn entree maakte in de politiek, sprak men in socialistische kringen al van een ‘baantjescarrousel’, waarbij burgemeesters geselecteerd worden op basis van hun partijkleur (vooral leden van CDA, PvdA, VVD en D66 zouden in aanmerking komen).

Het is maar de vraag of een partij als de SP, steevast goed voor zo’n 10 procent van de stemmen bij Tweede Kamerverkiezingen, het zich kan permitteren om zo uitdrukkelijk weg te lopen voor haar bestuursverantwoordelijkheid.

Met de kennis van nu liet Visscher zich wel heel erg in de kaarten kijken bij één van haar eerste interviews, in het Eindhovens Dagblad, als partijvoorzitter: “Voor veel mensen maakt de SP deel uit van de gevestigde orde. (..) We moeten veel beter laten zien dat de SP niet is zoals de rest.” Kennelijk plaatst de partij zich liever buiten de partijpolitieke orde. Dat is jammer, want ook de SP is een drager van onze (lokale) democratie.

Gelegenheidsargument

Als het de SP te doen is om de Kroonbenoeming, die in 2018 overigens uit de Grondwet is gehaald, dan is de partij weinig consequent. De SP is evengoed tegenstander van de indirect verkozen Eerste Kamer, die eveneens op gespannen voet zou staan met de vertegenwoordigende democratie. Desalniettemin stond het partijbestuur toe dat Provinciale Statenleden vier SP-senatoren kozen vorig jaar. In dat licht is de Kroonbenoeming dus niets anders dan een gelegenheidsargument.

Leden die in aanmerking komen voor functies in het openbaar bestuur behoren tot de schaarse middelen die een partijbestuur tot zijn beschikking heeft. Besturen zijn vrij om die middelen naar eigen inzicht in te zetten. Leden die niet handelen naar de geldende richtlijnen kunnen eventueel zelfs geroyeerd worden. Partijbesturen zijn echter niet bevoegd om hun leden uit te sluiten van het burgemeesterschap.

Burgemeesters zijn geen vertegenwoordiger van de partij waartoe zij behoren. Politieke partijen spelen dan ook geen rol in de benoemingsprocedure. Partijen hebben echter wel degelijk een belangrijke intermediaire functie in onze democratie. Daarom worden partijen onder de Wet financiering politieke partijen gesteund met belastinggeld.

De wet is duidelijk: de subsidie is onder meer bedoeld voor de ‘werving, selectie en begeleiding van politieke ambtsdragers’. Een partij als de SP kan het zich niet permitteren om alleen actie te voeren. Het is tijd om bestuursverantwoordelijkheid nemen.


Maarten van Nieuw Amerongen is afgestudeerd politicoloog, masterstudent politieke filosofie Universiteit Leiden en actief SGP-lid.