Direct naar artikelinhoud
opinie

Zou Jenny Douwes ook gejuicht hebben toen Oranje onlangs Duitsland alle hoeken van de grasmat liet zien?

Zou Jenny Douwes ook gejuicht hebben toen Oranje onlangs Duitsland alle hoeken van de grasmat liet zien?

Het Oranje van nu is het meest gevarieerde elftal ooit, constateerde deze krant. De helft van de spelers heeft minstens één ouder met wortels in Suriname, de Antillen, Kaapverdië, Ghana, Ivoorkust of Nigeria. Een voorbeeld voor eenheid in een inmiddels vaak tot op het bot verdeeld land?

Ik kan mij nog goed het debat heugen rond dat andere glorierijke multiculturele Oranje-elftal, in 1996. Een iconische foto van Guus Dubbelman bracht het elftal gescheiden in beeld. Daar zat wit, daar zwart. De zwarte jongens, Kluivert, Davids, Reiziger en Bogarde, omschreven hun unieke band als een kabel, vertelden ze destijds aan Barend en Van Dorp. De kwestie raakte een heikele snaar. Want hoe één voelen we ons eigenlijk? Tegelijk: is het raar dat er spanningen binnen een team ontstaan als witte spelers meer verdienen dan zwarte?

De kabel speelde in een tijd die bijna een kwart eeuw later een onvoorstelbare multiculturele idylle lijkt. Inmiddels staat de samenleving bol van de zwart-witspanningen. Het debat over Zwarte Piet duikt al jaren in de meest peilloze morele diepten. De ‘pro-Pieten’ benadrukken dat ze Zwarte Piet nooit racistisch bedoelen. Maar ze menen ironisch genoeg vaak wel het recht te hebben te foeteren dat je op moet tiefen naar je apenland als je zegt dat je moeite hebt met het stereotype uiterlijk van de traditionele Zwarte Piet.

Zou Jenny Douwes ook gejuicht hebben toen Oranje onlangs Duitsland alle hoeken van de grasmat liet zien? Of vertegenwoordigt dit Nederlands elftal het Nederland van vandaag dat zij bedreigend vindt? Mogen die zwarte jongens wel voor Nederland scoren, maar nooit zeggen dat ze zich storen aan bijvoorbeeld Zwarte Piet?

Voor hetzelfde geld doen ze dat natuurlijk niet. Voetbalicoon Simon Tahamata, van weer wat generaties vóór de kabel, vertelde dat hij altijd met veel plezier Zwarte Piet speelde. Ik begrijp dat best. Je hebt je eigenlijk maar gedeisd te houden, weet je. Dus doe je ‘gewoon normaal’. Dat is een overlevingsmechanisme. Doe je gezellig mee en speel je vooral Zwarte Piet. Want jij bent zo klaar, jij hoeft niet te schminken. Lachen toch? Een beter staaltje oer-Hollandse gezelligheid bestaat er niet. Je lacht mee; je laat graag zien dat je humor hebt, zelfspot. Geef toe, dit is toch veel beter dan oerwoudgeluiden?

Soms denk ik weemoedig terug aan de jaren voor het Zwarte Piet-debat. Toen je elke buitenlandse bezoeker onze ‘traditie’ moest uitleggen. Niet alleen aan diep geschokte Afro-Amerikaanse kennissen die in Amsterdam waren. Ook oprecht verbaasde witte Duitsers, Denen of Britten. Hoezo doen al die zwarte Nederlanders hier of ze al die karikaturen leuk vinden? Is er nooit protest? Neuh, zei ik vroeger altijd. Mensen ondergaan het, want dit is een dierbare traditie. Als we hieraan tornen, is het hek van de dam. Dat begrijp je niet als je niet Nederlands bent. Maar natuurlijk ervaar je Zwarte Piet anders als je zwart bent. En sinds 2011 was er ineens de durf om dat uit te spreken.

Maar komen we ooit weer nader tot elkaar? Ik vond het opmerkelijk dat de activisten van Kick Out Zwarte Piet (KOZP) als schadevergoeding eisten dat de blokkeer-Friezen een workshop volgden. Dat was een boeiend maatschappelijk experiment geweest.

Mocht het een klassieke diversiteitstraining zijn, dan word je uitgedaagd en gecoacht in de huid van een ander te kruipen. Zoals een acteur in een rol. Het blijft een gedachtenoefening; helemaal los van jezelf, je eigen mening, geloofsovertuiging en je eigen belangen kom je maar moeilijk. Je botst snel tegen de schurende randjes van je vastgeroeste eigen ik. Maar het is wel een proces dat je aanzet tot een open gesprek. Het werkt enorm goed in teams zoals dat van Oranje, om bijvoorbeeld inzicht te krijgen in zoiets als het fenomeen kabel.

Maar of dat bij de blokkeer-Friezen ook zo werkt? Ik zou mij ook in hen moeten verplaatsen. Tot op zekere hoogte kan ik dat misschien zelfs. Natuurlijk begrijp ik hoe teder de traditie van Sint en Piet is, hoe dierbaar ieders prilste jeugdherinneringen. Dat daar niets achter steekt. Maar kunnen zij ooit het perspectief aanvoelen van een zwart kind, dat zich hoe dan ook identificeert met deze karikatuur? Met iemand, die sinds jaar en dag wordt uitgescholden? Komt het ooit tot een begin van empathie? Misschien dat vooral een triomferend Oranje weer wat mildheid in harten brengt.

Harriët Duurvoort is publicist.