Tim Ferriss, 2017 © John Keatley / Redux / ANP

‘Het is hard werken!’ Dave Roelvink – deejay, realityster en ‘de zoon van’ – kijkt met zijn zwembadblauwe ogen lachend in de camera. Gespeeld wanhopig wijst hij naar een lekkageplek in een troosteloos appartement in Zuid-Limburg.

Eens in de week moet de deejay de tweeënhalf uur durende autorit afleggen om op de verbouwing van het huis toe te zien. Roelvink kocht het als een manier om ‘passief inkomen te genereren’. Met hetzelfde doel verbond hij zijn naam aan een bedrijfje dat trapleuningen verkoopt. Als de zaken eenmaal lopen, is het idee, hoeft de realityster nauwelijks meer een uur te werken.

Even later ziet de kijker Roelvink in kleermakerszit op een Ibiza-kussen. Zijn ogen gesloten, de ademhaling zwaar, zijn volgekrabbelde handen rustend op zijn buik. Na de meditatie zal Roelvink een ijsbad instappen, om zijn dopamineniveau op peil te houden – een manier om het lichaam te ‘biohacken’ en zo af te leiden van een hardnekkige cocaïneverslaving.

Passief inkomen, biohacking, zo vroeg mogelijk met pensioen – allemaal onderdelen van een levensstijl die al jaren in opmars is. Op Instagram, TikTok en in realityshows struikel je over de influencers die een ‘onafhankelijk’ leven nastreven. Dat wil zeggen: een leven vrij van werktijden, bazen, bullshitvergaderingen en logge instituties zoals een overheid.

Concreet betekent zo’n ‘autonoom’ leven voor die influencers het bestieren van een dropship in supplementen of het verkopen van online cursussen, terwijl de gezondheid voortdurend gemonitord en geoptimaliseerd wordt met allerhande gadgets.

Deze trends zijn terug te voeren tot één man: Timothy Ferriss (1977). De Amerikaanse auteur van de bestseller The 4-Hour Work Week, maker van de podcast The Tim Ferriss Show, investeerder en levend experiment is dé zelfhulpgoeroe van deze tijd. Toch is de kans aanzienlijk dat Roelvink – zoals het gros van de mensen – nog nooit van Ferriss gehoord heeft. De goeroe geniet het soort beroemdheid gefaciliteerd door het internet: sterrenstatus in een niche, vrijwel onbekend voor de rest van de wereldbevolking. Maar Ferriss’ ideeën zijn overal. Zijn werk beïnvloedde een generatie bloggers, zelfhulpauteurs en productiviteitsevangelisten, die op hun beurt de ideeën van Ferriss herverpakten en doorverkochten aan de Dave Roelvinks van deze wereld.

Ferriss geeft zelden interviews aan ‘mainstream media’ (onnodig kritisch) en haalt zijn neus op voor het internationale sprekerscircuit (tijdverspilling). Afgelopen najaar was de goeroe deel van het hoofdprogramma op het Amsterdam Business Forum en hij stemde in met een kwartier durend interview (efficiënt) over het thema van het evenement: impactvol ondernemen. Dus fietste ik op een grijze vrijdagochtend naar de Johan Cruijff Boulevard, om me een dag onder te dompelen in de wereld van Tim Ferriss. Als elke tijd de zelfhulpgoeroe krijgt die hij verdient, wat zegt Tim Ferriss dan over dit tijdsgewricht?

‘Geld speelt voor Tim geen rol’, vertelt de host me bij de ingang van AFAS Live. Om haar hals heeft ze een barbie-roze sjaaltje met het logo van de organisatie. ‘Alleen al met zijn wekelijkse podcast verdient hij per aflevering één of twee ton.’

Dankbaar neem ik een slok uit een gebrandmerkt waterflesje. ‘We betalen hem deels met ervaringen, zoals een etentje met topsporters en wetenschappers’, vervolgt de host terwijl ze de deur van de viplounge openhoudt.

Eerder was geld wél zijn voornaamste drijfveer, vertelt Ferriss mij later op de dag. Zijn carrière begon met de ambitie om het arbeidersmilieu van zijn ouders op Long Island in New York te ontvluchten. Geld moest ook het medicijn zijn voor zijn grootste worsteling: een almaar terugkerende depressie. Na een studie aan Princeton University koos Ferriss, net als zijn studievrienden, voor een baan bij een start-up met een tachtigurige werkweek. Ferriss zag daar wat hij de ‘culture of busyness’ noemt: een werkethos waarbij ‘druk-zijn’ een doel op zich is. Efficiëntie en productiviteit staan centraal in deze druk-druk-werkmentaliteit: je bent dan altijd op zoek naar manieren om nóg sneller e-mails weg te werken en met technologische trucjes telkens meer gedaan te krijgen op een dag.

Maar de salarisstrook vol nullen woog niet op tegen de zinloosheid van uren vergaderen en eindeloos e-mailen – daar was die depressie weer. Zijn tijd kon hij effectiever besteden, concludeerde Ferriss. Hij begon een online handel in vitamines en supplementen, verdiende zijn eerste miljoen en schreef in 2007 een wereldwijde bestseller over zijn werkmethode, The 4-Hour Work Week.

Het boek is een handleiding voor de Nieuwe Rijke, of, zoals Ferriss zou zeggen: de ‘NR’. Ferriss ziet de Klassieke Rijke als een soort succesvolle slaaf van het kapitalisme: die werkt non-stop omdat hij geen andere dagbesteding kan bedenken en zijn eigenwaarde ontleent aan productiviteit. De Nieuwe Rijke weet echter wél waar het leven om draait: de NR ziet werk, en geld, als middel om te kunnen doen wat echt belangrijk is. De NR trekt zich niets aan van de mening van anderen, kijkt neer op holle waarden als status en ijdelheid en is boven alles autonoom.

Dat soort vrijheid en zelfstandigheid bereikt de Nieuwe Rijke door zoveel mogelijk werk uit te besteden aan (goedkopere) arbeidskrachten. Ferriss is bijvoorbeeld groot voorstander van de ‘virtuele assistent’, een werknemer die vanuit de Filipijnen of India voor de NR de agenda beheert en mails beantwoordt. Zo kan het uiteindelijke summum bereikt worden: een automatisch inkomen waar de Nieuwe Rijke nauwelijks nog omkijken naar heeft en dat de NR de mogelijkheid geeft om zich bezig te houden met zaken die er echt toe doen.

The 4-Hour Work Week is een eigen leven gaan leiden, reflecteerde Ferriss vorig jaar in een podcast met computerwetenschapper en New Yorker-auteur Cal Newport. Newport – deze maand verscheen zijn boek getiteld Slow Productivity – verzet zich net als Ferriss tegen een culture of busyness. Kenniswerkers zijn, aldus Newport, met de komst van technologieën als e-mails en Slack, meer gaan werken zonder dat de output daarmee toenam. De oorzaak: kenniswerkers, in tegenstelling tot bijvoorbeeld zorgmedewerkers of dienstverleners, bepalen in grotere mate zelf hoe ze hun werkdagen vullen. Die ‘autonomie’ heeft als gevolg dat zij in de achturige werkdag steeds méér taken oppakken, vergaderingen ‘in schieten’ en heen en weer e-mailen. Het resultaat is niet een toename in succesvol afgeronde projecten, maar uitgebluste werknemers die elkaars to-dolijsten vullen met niet-urgente vraagstukken.

Ferriss’ en Newports antwoord op deze culture of busyness is de focus verleggen van wat urgent lijkt (brandjes blussen) naar wat belangrijk is – een houding die vraagt om een sterk innerlijk kompas en voortdurende reflectie.

Laat mensen in ontwikkelingslanden het uitvoerende werk doen, en mediteer zelf voor een betere remslaap

Het was dus nooit de bedoeling, vertelt Ferriss in gesprek met Newport, om lezers te leren hoe je met zo min mogelijk werk zo snel mogelijk geld kunt verdienen. Het boek was een kritiek op de ratrace-cultuur. De opdracht aan de lezer was om regie over je leven te nemen: stop met nutteloos werk voor een veel te veeleisende baas en besteed je dagen zinvol.

De opdracht was niet: begin een bedrijfje in import-trapleuningen, verhuis naar Bali en breng de rest van je leven vakantie vierend door.

Tim Ferriss in San Francisco, 2013 © Jerod Harris / Getty Images

AFAS Live is niet de plek voor de Nieuwe Rijken, blijkt in de viplounge. De ruimte heeft geen ramen, de airco loeit en het ruikt er naar suiker en frituurvet. Voor de koffiemachine staat een rij vips met blote enkels en in beige broeken en knellende polo’s. Een enkeling plukt aan een mini-chocoladedonut. Aan de keycords van deze vips hangen naamkaartjes met Thomas, Peter en Irene – teammanagers en ondernemers. Een korte rondgang leert dat de meesten naar het Amsterdam Business Forum zijn gestuurd door de Rabobank of Heineken om ‘inspiratie op te doen’ en ‘te netwerken’.

Verder op het programma: Celine Cairo zingt, Rutger Bregman houdt een keynote over zijn nog te verschijnen boek Morele ambitie. Na het eerste koffiemoment trapt in de grote zaal een presentator in een reflecterend zilveren pak het dagprogramma af. ‘Wie is hier speciaal voor Tim Ferriss?’ brult het spiegelpak door de microfoon. Van de twaalfhonderd aanwezigen in de grote zaal steekt een klein dozijn de hand op.

Op de voorste rij zwaait een vrouw enthousiast met haar armen. Haar naam is Melissa, zegt ze even later in de viplounge. Ze draagt een soepelvallend pak en grote, witte sneakers. ‘Ik ben precies even oud als Tim Ferriss’, vertelt ze. ‘41 jaar. Ik ben als ondernemer, als mens, met Tim meegegroeid.’ Dankzij Ferriss durfde ze haar baan in te ruilen voor een zelfstandige praktijk als persoonlijk leiderschapscoach. ‘Ferriss liet me inzien dat je niet het pad van je ouders hoeft te volgen: studie, negen-tot-vijfbaan, aftellen tot je pensioen.’

En Ferriss is zo openhartig, anders dan de meeste zelfverbeteringsgoeroes: ‘Hij vertelt gewoon over zijn depressies.’ ‘Werk je maar vier uur per week?’ vraag ik aan Melissa. Ze moet lachen, nee, haar agenda zit bomvol. Ze hóudt juist van werken, het is haar passie. Alhoewel het praatje van Rutger Bregman over zinvol werk haar wel aan het denken heeft gezet. Morele ambitie, betoogde Bregman ten overstaan van de zaal vol bankmedewerkers en ondernemers, houdt in dat knappe koppen hun talent inzetten voor de goede zaak. En niet, zoals de slimme schapen op de Zuidas, hun potentie verspillen aan werken voor een consultancybureau of de commerciële advocatuur. Wie zijn loopbaan inricht op ‘wat goed voelt’ – de coach, de influencer – ontbreekt het volgens Bregman überhaupt aan ambitie. Het is Melissa niet in de koude kleren gaan zitten. ‘Wat voegt mijn werk als persoonlijk leiderschapscoach eigenlijk toe? Hoe maak ik de wereld beter?’ Daar had ze niet eerder over nagedacht.

Melissa is niet de enige in AFAS Live met een volle werkagenda: ik kan geen Ferriss-fan vinden die minder dan veertig uur per week werkt. Dit zijn geen Dave Roelvinken die streven naar een werkloos leven op Bali, maar klassieke workaholics – en de meesten werken gewoon voor een baas. Ferriss staat zelf overigens ook bekend als een workaholic. De titel was een gimmick, legt Ferriss uit in zijn eigen podcast. ‘De oorspronkelijke titel was Drug Dealing for Fun and Profit, maar dat vond de uitgever niets.’ Uiteindelijk viel de keuze – na uitgebreide online A-B-tests met titels als The 2-Hour Work Week (onrealistisch) en The 6-Hour Work Week (niet ambitieus genoeg) – op die magische vier uur.

Als Ferriss niet aan het werk is, zoekt hij voortdurend naar nieuwe uitdagingen, of beter: doelen. Op zijn blog en in boeken als The 4-Hour Body beschrijft hij met aan absurdistisch grenzende precisie hoe hij zichzelf leert snellezen, gewichtheffen en afvallen. Zo schrijft hij over vet verbranden: ‘Als je onder de 25% zit, richt je dan nog steeds op dexa, BodPod, of echografie. Als je deze niet kunt vinden, kies dan voor calipers met een gekwalificeerde professional (gebruik dezelfde persoon voor alle vervolgafspraken) en vraag naar het 3-punts of 7-punts Jackson-Pollock algoritme.’

In al deze projecten volgt Ferriss een unieke strategie. Neem zijn favoriete anekdote over hoe hij een langgekoesterd doel verwezenlijkte: meedoen met een professionele kickbokswedstrijd, en, uiteraard, winnen. Touwtje springen, sparren, observeren, lijkt dan een logische voorbereiding. Ferriss pakt het anders aan: hij ploegt het wedstrijdreglement door, leest alle kleine lettertjes en vindt een alternatieve route naar de winst. Wie drie keer uit de ring valt, ontdekt hij, verliest de wedstrijd. En dus richt Ferriss zijn voorbereiding in op deze tactiek: zichzelf optimaliseren om zijn tegenstander uit de ring te kunnen duwen. Oftewel: aanzienlijk zwaarder zijn dan zijn tegenstander. Ferriss meldt zich aan voor de lichtste gewichtsklasse, komt vervolgens kilo’s spiermassa aan en weet de dag van de wedstrijd zijn vochtgehalte zo te optimaliseren dat hij wél door de weging heen komt; hij wint de wedstrijd.

Dit soort trucjes zijn een favoriet gespreksonderwerp in zijn podcast The Tim Ferriss Show. Sinds 2014 interviewt hij ‘top performers’ als Tony Robbins, Mark Zuckerberg en Peter Thiel, soms wel vier uur lang over hun routines, gewoontes en strategieën om te excelleren in het leven. De podcast is bijna een miljard keer gedownload. Lichamelijke fitheid vormt de kern van de show: gasten vertellen minutieus over de paddenstoelenthee die ze elke ochtend drinken, over intermittent fasting, het tracken van hun slaap en zuurstof in hun bloed – en hoeveel beter ze daardoor presteren.

Die focus op lichamelijke fitheid en in het bijzonder de ‘hacks’ en ‘metrics’ zijn misschien wel Ferriss’ voornaamste nalatenschap. Het percentage mensen met smartwatches is uitzonderlijk hoog in de lounge. Mannen met brede schouders prikken in kartonnen bakjes salade, de meeste donuts blijven onaangeroerd. Zo spreek ik een man met een Arnold Schwarzenegger-achtig voorkomen. Nog voor ik mijn eerste vraag geformuleerd heb, begint hij te vertellen. Vroeger was hij dik, maar dankzij The 4-Hour Body verloor hij kilo’s overtollig vet en – hij wijst naar zijn bovenmenselijke bovenarm – is hij fitter dan ooit.

‘Werk je maar vier uur per week?’ vraag ik aan hem. De man lacht. Nee, hij werkt veertig uur in de week voor een baas, bij een bank. Gehaast pakt hij de draad weer op en vertelt over zijn experimenten met macro-nutriënten, hartslagmetingen en cafeïne-onthouding. Zijn sportschema klinkt als nóg een volle werkweek. Vrijwel iedereen die ik vraag naar de invloed van Ferriss, wijst direct naar een Apple Watch of gezondheidsring. Het heeft hun leven veranderd: de data, de grip op hun fysieke welzijn. Ze weten hoe te slapen, hoe te sporten en wanneer te rusten. Ze presteren nu beter, zijn productiever, halen méér uit het leven. Maar de zelfreflectie en doelgerichtheid waar Ferriss zo op hamert – waaróm moet je zo fit zijn, wát haal je dan nu uit het leven - lijkt bij de meesten te ontbreken.

‘Kun je een voorbeeld geven van die gezondheidsvoordelen?’ vraag ik aan een vlotte jongen in een lichtblauw Suitsupply-pak. Hij denkt even na. ‘Ik haal nu eerder mijn targets.’

Tim Ferriss op de klimwand, 2013 © Jerod Harris / Getty Images

Ondertussen klinkt er opgewonden rumoer: Ferriss komt eraan. Met een ontspannen tred loopt hij de lounge in, ‘barefoot-gympen’ aan, onopvallend zwart T-shirt, touwtje om zijn gespierde nek. Gehaast nemen de vips plaats in een tijdelijke pop-upzaal, honderd klapstoeltjes in een soort grote, plastic zeepbel. Het komende uur zullen internetondernemers Alexander Klöpping en Ernst-Jan Pfauth de ster van de dag onderwerpen aan een (vooraf ingestuurd) vragenvuur van zijn fans.

Ferriss heeft voor de meer existentiële vragen een simpele oplossing: geen aandacht aan besteden

Melissa heeft een plek op de voorste rij veroverd, net als de man met de biceps – opschrijfboekjes en iPhones in de aanslag. Naast mij gaat een Rabobank-manager zitten, Thomas, lees ik van zijn keycord. Hij draagt een windjack, bruine veterschoenen en is zichtbaar nerveus voor de ontmoeting met zijn idool. ‘Wie heeft hier weleens een aflevering van The Tim Ferriss Show geluisterd?’ vraagt Pfauth aan de zaal. Alle handen gaan omhoog.

Ferriss, niet onder de indruk van zijn populariteit, knikt routinematig.

De vragen van fans variëren van ‘Wat doe je als je níet productief bent?’ (‘Ik ben een mens, dus sommige dagen krijg ik niets gedaan. Als ik bewúst onproductief ben, probeer ik alles traag te doen. Of ik ga een paar weken de woestijn in.’) tot ‘Hoe bepaal je welk project je kiest?’ (‘Nieuwe dingen leren kost veel calorieën. Dus ik vraag me altijd af: als het project mislukt, heeft het mij dan interessante contacten opgeleverd?’) Dan komt het gesprek op de smartwatch. ‘Ik ben helemaal klaar met de meetbare mens’, verklaart Ferriss. Hij heeft zijn Oura Ring afgedaan: ‘Ik vertrouw nu op hoe ik mij vóel.’

Klöpping wijst naar zijn eigen Whoop-band: ‘Tim, je kunt ons dit niet aandoen, je bent ons altijd een stap voor!’ Ferriss houdt zich niet langer bezig met productiviteitsschema’s of slaapdata, vertelt hij, maar richt zich tegenwoordig op de wereld van kunst en literatuur. Momenteel werkt hij aan een sciencefictionboek, met de pr-genieke titel: The Legend of Cockpunch. ‘Ik kijk nu al uit naar de perstour’, lacht Ferriss. ‘Het idee dat journalisten die titel in de mond moeten nemen.’ Als het interview voorbij is, praat ik nog wat met Thomas. Thomas blijkt de eerste Ferriss-fan van de dag die in zijn werk daadwerkelijk bezig is met het thema van het evenement: impact. Bij de Rabobank begeleidt hij een bomenplantproject, vertelt hij. Maar eigenlijk koestert Thomas een andere droom: een succesvolle blog over wereldmuziek en literatuur, geschreven met lokale bewoners. Hij timmert al een tijd aardig aan de weg, maar durft de sprong naar ‘echte autonomie’ nog niet te wagen. Een hypotheek is na jaren klimmen op de bankenladder eindelijk binnen handbereik – het risico is nu te groot.

Maar die ‘echte onafhankelijkheid’ van een eigen blog spreekt wel tot Thomas’ verbeelding. Daarom blijft hij in de avonduren puzzelen op hoe hij met de juiste zoektermen en online advertenties meer bezoekers op zijn website kan krijgen. Voordat we afscheid nemen drukt hij mij blozend een sticker met het logo van zijn blog in de hand. ‘Wil je die aan Tim geven?’

Ferriss is berucht om zijn talent voor marketing. Zijn uitgeefstrategieën – een titel online testen, verkoop via nieuwsbrieven, absurde anekdotes pluggen in interviews – zijn veelvuldig gekopieerd. Het is de vraag of al die gimmicks en pr-trucjes in dienst staan van Ferriss’ beoogde doel. In AFAS Live hoor je weinig terug van Ferriss’ doelgerichte filosofie: het zijn vooral de concrete, uiterst gedetailleerde tips en tools die een weg naar het publiek vinden. De Dave Roelvinkjes van de wereld pikken de ‘hacks’ uit Ferriss’ werk om eeuwig vakantie te vieren op Bali, de bankmanager optimaliseert zijn gezondheid om zijn targets te halen – precies het soort lege doelen waartegen Ferriss in zijn werk ageert.

‘Het belangrijkste hoofdstuk in The 4-Hour Work Week lijken de meeste mensen over te slaan’, verzucht Ferriss in zijn eigen podcast. Dat vergeten hoofdstuk, Filling the Void, draait om de vraag: wat ga je als Nieuw Rijke doen met de tijd die je overhoudt? Hoe besteed je die nieuwe vrijgemaakte uren op een zinvolle, waardevolle manier: voor jezelf – maar vooral voor de wereld? ‘Mensen blijven hangen in een ik-ik-ik-focus’, aldus Ferriss. ‘Maar uiteindelijk draait The 4-Hour Work Week om nalatenschap, om een bijdrage leveren aan de wereld.’

Eerlijk gezegd was ik het Filling the Void-hoofdstuk ook vergeten. Tussen de praatjes van Chocolonely en Ben & Jerry’s in blader ik op mijn e-reader naar het vergeten hoofdstuk. Wie eenmaal nog maar vier uur per week werkt, zal vroeg of laat te maken krijgen met vervelende filosofische vragen, schrijft Ferriss in Filling the Void. ‘Wat is de zin van het leven’, bijvoorbeeld. Ferriss heeft voor dit soort existentiële kwesties een simpele oplossing: geen aandacht aan besteden. ‘Te veel nadenken over vage vragen, is tijdverspilling’, schrijft hij. Richt je liever op handelen: leer nieuwe dingen en lever een betekenisvolle bijdrage aan de wereld. Op wat ‘betekenisvol’ inhoudt, heeft Ferriss geen antwoord. Dat moet je zelf maar uitzoeken. Na al die gedetailleerde handleidingen voor e-mailmarketing of vetverbranding, doet dit hoofdstuk zelf nogal leeg aan.

Als elk tijdsgewricht de zelfhulpgoeroe krijgt die het verdient, ligt in dit vergeten hoofdstuk wellicht de verklaring voor het succes van Ferriss. In een individualistische cultuur waarin ‘moraal’ een vies woord is en gemeenschappelijke normen zoals etiquette hebben plaatsgemaakt voor persoonlijke ‘grenzen’, luistert men graag naar een verhaal over het nastreven van onafhankelijkheid, naar een verhaal over een volledig zelf vormgegeven leven. Maar omdat vragen over betekenis, over waarde toevoegen aan de gemeenschap, over zingeving, moeilijk te beantwoorden zijn, en bovendien rieken naar moralisme of – erger – religie, waagt geen goeroe zich aan het geven van invulling aan het goede leven.

Wat overblijft zijn de praktische tips, de how to’s, waarmee de lezer deze onafhankelijkheid kan bereiken. Zet een onderneming op die passief inkomen oplevert, laat mensen in ontwikkelingslanden het uitvoerende werk doen. Maar ook: mediteer voor betere remslaap, squat met tweehonderd kilo om langer achter de computer te kunnen zitten en eet genoeg eiwitten voor efficiëntere energieverbranding. De goeroe van deze tijd – hoofdzakelijk een slimme marketeer die zich laat leiden door de data, door wat ‘klikt’ – zet volop in op de handige lijstjes, de tooltjes en gadgets. De hoofdboodschap (leef bewust, denk na over wat belangrijk is in het leven, verzet je tegen een cultuur van druk-druk-druk) raakt daardoor ondergesneeuwd. Met als ironisch gevolg dat al deze mensen die naar ‘onafhankelijkheid’ en ‘autonomie’ streven, blind een goeroe en zijn grillen volgen, mee hoppend van smartwatch naar intuitive eating. Mensen die trots vertellen ‘niet meer mee te doen aan de ratrace’ en het leven ondertussen vullen met nieuwe vormen van gedachteloze ‘busyness’: uren luisteren naar podcasts over ijsbaden en paddothee en het lezen van stapels boeken met titels als ‘Nooit meer te druk’.

Mensen die, als je vraagt waarom ze doen wat ze doen, enkel kunnen antwoorden: zodat ik ‘autonoom’ ben, mij onttrek aan die bourgeois negen-tot-vijfcultuur. Kijk een uur naar SBS6 en zie de nieuwe burgerlijkheid: ‘onafhankelijkheid’.

Wat geeft het leven van Timothy Ferriss betekenis, vraag ik aan het einde van de dag aan de goeroe himself. ‘Mijn lessen delen met anderen, mensen onderwijzen’, luidt het antwoord. ‘Vroeger wilde ik leraar worden’, vertelt Ferriss. ‘Maar mijn professor op Princeton zei: met je blog (en later boeken) kun je veel meer mensen bereiken dan in een collegezaal.’

Een media-imperium opbouwen leek hem een effectievere weg om zijn levenslessen te delen. De depressie komt ook nu ter tafel. ‘Als je, zoals ik, kampt met mentale gezondheidsproblemen, moet je zin geven aan het lijden. Ik heb mijn pijn tot medicijn gemaakt.’

Hij maakt zich zorgen om de wereldwijde toename van depressies en andere psychische klachten. Sociale media, en de focus van de technologie op succes en uiterlijk, wijst hij aan als een van de voornaamste oorzaken. ‘Die nadruk op het individu is ongezond voor mensen’, verklaart Ferriss. ‘Voortdurend bezig zijn met jezelf, is een recept voor mentale gezondheidsproblemen.’

Zelf maakt hij daarom geen gebruik meer van de sociale platforms – wat niet wegneemt dat Ferriss buitengewoon zichtbaar is op de sociale media. Maar daar heeft hij dus zijn personeel voor.

Zou Tim Ferriss een goede docent zijn, vraag ik me af. Een leraar die vooral slimme tips en tricks deelt, handzame lijstjes met hacks en tools. Zo’n docent produceert vooral studenten die goed zijn in het halen van een tentamen, maar die niet zelf leren nadenken. Een docent die de studenten afleidt van een maatschappelijk vraagstuk: wat schuilt er achter die collectieve behoefte aan onafhankelijkheid? Is het teleurstelling in de reguliere geneeskunde, waardoor mensen zelf aan de slag gaan met meetapparaten? Het weggevallen vangnet, dat mensen drijft tot het oprichten van dropships en cryptohandel, omdat ze niet meer op de overheid kunnen rekenen? Een docent bovendien, die studenten ontmoedigt na te denken over de belangrijkste vraag, de vraag die de student wapent tegen depressies en een richtingloos druk-druk-druk-leven: wat geeft je leven betekenis?

Ik zou het hem willen vragen, maar dan verschijnt er een slungelige jongen met een vlecht aan onze tafel. Hij zwijgt, maar de boodschap is helder, de tijd is op.