Direct naar artikelinhoud
interview

In het theater kan Nora Fischer, de zangeres zonder stem, zich weer uitdrukken – en authentieker dan ooit

In de solovoorstelling De sprong maakt Nora Fischer (36) na vier jaar haar comeback. Niet als zangeres, maar als vertellend kunstenaar. Na de eerste try-out beseft ze: dit is een geschenk.

Zangeres Nora Fischer.Beeld Lin Woldendorp

De hoge E hapert. Hé, dat is Nora Fischer niet gewend. Zij, de zangeres uit een gouden muzieknest, het natuurtalent dat geen toonladders oefent, de aanstormende ster die dolt met klassiek en pop – haar stem slaat aan het muiten. Na de E brokkelt de D af. En fuck, nu ook de C!

‘Het begon rond 2016’, zegt Nora Fischer. ‘Ik zocht me gek naar de oorzaak. Faalde mijn ademsteun? Was het de hormonenhuishouding? Viel ik eindelijk door de mand als oplichter?’

Ze zoekt haar toevlucht tot bètablokkers, probeert therapieën, neemt zangles, niets helpt. En juist wanneer de coronapandemie uitbreekt, in maart 2020, resteert van haar stem nog maar een klein, trillerig piepmuisje.

Over de auteur
Guido van Oorschot schrijft voor de Volkskrant over klassieke muziek en opera. Hij maakt de maandelijkse podcast Klassieke klets.

Zo formuleert ze het tenminste in De sprong, de solovoorstelling waarmee Fischer na vier jaar haar comeback maakt. Niet als zangeres, dat schuift ze nog even voor zich uit. Wel als een vertellend kunstenaar die met foto’s, filmpjes en muziek onthult wat haar is overkomen. ‘Natuurlijk vind ik het eng, maar ik móét het masker aftrekken. Rondlopen met een geheim sloopt je.’

Zangeres Nora Fischer.Beeld Lin Woldendorp

De zon valt op haar gezicht in het Amsterdamse Muziekgebouw. Pal naast de zaal waar ze zaterdag de première speelt, ontrafelt Nora Fischer hoe ze een zangeres zonder stem werd. En hoe ze met zelfgeschreven theater weer uit de ellende klom.

Nina gaf het eerste zetje. Nina de la Parra, jeugdvriendin, schrijver en theatermaker. Ze maakte van dichtbij mee hoe Fischer in de put zat. ‘Ik kon niets meer, voelde me een parasiet van het bestaan. Op een dag zei Nina: ik zie een verhaal. Kom op, we gaan naar Titus.’

Titus Muizelaar, de acteur en regisseur. Zet eerst eens wat op papier, zei hij, en kom dan terug. ‘Toen ik ervoor ging zitten, bleven de zinnen maar stromen. Een week later las ik de eerste teksten voor. Alle drie dachten we: wow, hier zit een talent.’

Op advies van Muizelaar laat Fischer de afstandelijke analyse varen. Situaties, gedachten: kruip in het moment, presenteer ze rauw. De stapel groeit tot tachtig A4’tjes. ‘Eindelijk, door alles ongefilterd op te schrijven, kreeg ik zicht op de oorlog in mijn hoofd.’

Muzikale afkomst

En óf haar afkomst muzikaal is. Moeder Anneke, professioneel blokfluitist, stamt uit de Nederlandse muziekdynastie Boeke. Vader Iván is de wereldberoemde Hongaarse dirigent. Zingen is pure lol in hun huishouden. Kleine Nora zingt hele Mozartaria’s, tot aan de uithalen van de Koningin van de Nacht toe. ‘Toen ik op m’n 15de in een opera een jeugdkoor aan het werk zag, wist ik het zeker: ik word zangeres.’

Na haar opleiding, als beginnend solist, is ze zonder concurrentie. Fischers stem is enerzijds gecultiveerd en loepzuiver, vermijdt anderzijds de maniertjes van het klassiekemuziekvak. Ze zingt net zo makkelijk Franse liederen met piano als pop met saxofoons en barok met elektrische gitaar.

Muziek van de componist Iván Fischer zingt ze natuurlijk met de dirigent Iván Fischer. Maar bij een cd-opname gebeurt iets raars. ‘Ik intoneerde een toon een fractie te laag. Dat overkwam me nooit, en mijn perfectionistische vader maakte er een opmerking over. Normale reactie natuurlijk, maar ik schrok. Als natuurtalent had ik nooit het gereedschap gekregen om een weerspannige stem weer in het gareel te krijgen. Daar werd het zaadje gezaaid voor een verkeerd denkpatroon.’

Zangeres Nora Fischer.Beeld Lin Woldendorp

In haar voorstelling omschrijft ze het als ‘het oog’. Fischer ontwikkelt het gevoel dat ze doorlopend wordt bekeken en beoordeeld. Door haar vader, haar halfgod. Door haar oudere zus, tegen wie ze enorm opkijkt. ‘Maar uiteindelijk door iedereen. Ik legde anderen voortdurend gedachten en uitspraken in de mond. Maar die zeiden zoiets nooit zelf, het waren aannamen in mijn hoofd.’

Gevolg: stress, podiumangst, blokkade. En wanneer in maart 2020 haar zus onverwacht overlijdt, ze is pas 37, bereikt Nora Fischer de bodem. Ze geeft op. Of nee, hét geeft op, vertelt ze in De sprong. Ze raakt in een maalstroom van verdriet, rouw en woede.

Titus Muizelaar zegt: laten we theater maken van je verhaal. Speel het in elk geval één keer, zodat je ziet wat je allemaal in huis hebt. Je zult merken dat in jou een grotere kunstenaar schuilt dan je als zangeres ooit bent geweest.

Iets universeels

Dus daar ging ze, vorig voorjaar, voor een try-out naar het Groningse platteland. ‘Wat kom ik hier doen, dacht ik nog. Alsof ze op mij zitten te wachten. Ik speelde De sprong in een kerkje en de reacties waren overweldigend. Mensen omhelsden me in tranen. Ze bedankten me voor de moed waarmee ik mijn worsteling blootlegde. Kennelijk zat er iets universeels in de woorden die ik gaf aan angst en verlies, aan perfectionisme, aan familiepijn.’

Na die vuurdoop beseft ze: dit is een geschenk. Ze voelt zich opnieuw kunstenaar, kan zich weer uitdrukken, en authentieker dan ooit. ‘Ik deed een onewomanshow! Ik smeedde tegenslag om tot theater! Mijn energie spoot omhoog.’

De tank, noemden ze haar vroeger. Wat Nora in de kop had, kreeg ze voor elkaar. Dus toen ze vorig najaar besloot De sprong vaker te gaan spelen, moest het wel nú, meteen, ze ging niet nog een seizoen zitten wachten. Eerste meevaller bij het polsen van zalen en festivals: iedereen wist nog wie Nora Fischer was, ook al had ze vier jaar ondergronds gezeten. Tweede opsteker: men wurmde haar er in het lopende seizoen graag tussen.

Hele hebben en houden

Haar ouders, inmiddels gescheiden, hebben de solo bekeken en omarmd. ‘Spannend was dat, sommige dingen zijn nogal intiem. In hun klassieke wereld is het niet gebruikelijk om je hele hebben en houden op tafel te gooien. Als ze nee hadden gezegd, had ik het afgeblazen. De voorstelling is ook een liefdesbetuiging aan hen.’

En jazeker, voorzichtig zingt ze weer. In Italië heeft ze twee coaches gevonden die haar terugleiden naar het plezier van de jeugd. Er borrelen zelfs muzikale ideeën. ‘Maar nog niks definitiefs. Ik ga liever te langzaam dan te snel, ik wil nergens worden ingezogen.’

En Nora Fischer weet: als ze straks weer als zangeres op het podium stapt, staat het oog met verdubbelde aandacht klaar. Klinkt ze nog wel even trefzeker en ontroerend als vroeger? ‘Wat dat betreft is De sprong misschien een kamikazemissie. Maar weet je wat, ik spring gewoon.’

Nora Fischer, De sprong. 30/3, Muziekgebouw, Amsterdam. Tournee t/m 5/10.