‘Meer dierenwelzijn én toch geld verdienen?’

Meer dierenwelzijn en een goed verdienmodel. Gaan die twee samen? Dat is eigenlijk de kern van het debat over de dierenwelzijnswetgeving dat nu volop gaande is. Het antwoord is: ’ja’. Met daarachter een dikke ’maar’.

Dat het kan, bewijst de pluimveehouderij op dit moment, en dan vooral de vleeskuikenhouderij. Deze sector maakt een goede periode door, met goede marges. Daar spelen verschillende dingen in mee, maar een belangrijke factor is het dierenwelzijn. Beter Leven-kuikens krijgen meer ruimte, wat de productie drukt, maar de prijsontwikkeling is juist goed geweest.

Lees ook: Dierenwelzijn naar hoger plan. Maar hoe?

Dierenwelzijn en verdienmodel, ‘een dikke maar’

Komen we meteen bij die dikke ’maar’. Zoiets werkt alleen als er draagvlak is onder boeren, dierenbeweging en afzetorganisaties. En het kan alleen als de markt enigszins beschermd is tegen producenten die niet aan de afspraken meedoen, in binnen- of buitenland.

Lees ook: Dierenwelzijn naar hoger plan. Maar hoe?

Er is dus meer voor nodig dan een oekaze vanuit Den Haag. Die ligt er nu wel, in de vorm van het inmiddels beruchte amendement bij de Wet Dieren. Dat is door de Partij voor de Dieren heel handig door de Tweede Kamer geloodst en in een onbewaakt moment door de Eerste Kamer ook aangenomen. Het stukje wetstekst is erg vaag maar gaat tegelijk ook erg ver. Noem het maar luchtfietserij. Als je het letterlijk neemt, kan de veehouderij wel inpakken.

Zo moet het dus niet. Gelukkig zien alle politieke partijen dat wel min of meer in. Maar ze komen er nog niet uit wat dan wel haalbaar is. Wel is er een zeer breed gedeelde wens om meer te doen aan dierenwelzijn. Linksom of rechtsom komt de politiek dus met iets.

Bij dierenwelzijn is het nooit genoeg

Demissionair minister Adema heeft nu een lijst met maatregelen voorgesteld. Het voordeel hiervan: er ligt tenminste iets concreets waar je het over kunt hebben. Goed punt is ook de poging van Kamerleden om dierenwelzijn nadrukkelijker op te nemen in het stikstoffonds. Het nadeel: de wensenlijst wordt zo wel erg groot voor een korte tijd. En omvat meer dan ondernemers kunnen leveren. Trouwens, bij dierenwelzijn is het nooit genoeg. Het kan altijd beter, wat je ook doet. Wat niet wegneemt dat het op een aantal punten ook beter moet en kan.

De landbouw, en vooral de veehouderij, staat voor allerlei moeilijke opgaves tegelijk. Klimaat, stikstof, mest, gewasbescherming; het barst van de ’transities’. Het dierenwelzijn komt daar ook nog eens bij. Zaak om dat in samenhang te zien met de rest en niet van de vloer op de zolder te willen springen.