Direct naar artikelinhoud
Achtergrond

Op de WK shorttrack overstemt het gejuich slechts één keer de dj-decibellen

De Nederlandse aflossingsploeg wint goud op de aflossing, het enige Nederlandse goud op de WK shorttrack in Rotterdam.Beeld Koen van Weel/ANP

De WK shorttrack was zo georganiseerd dat het evenement niet alleen op, maar ook buiten de baan een show moest zijn. ‘Op zichzelf is shorttrack spectaculair genoeg. Maar je moet de dweilpauzes vullen op een manier waarbij het publiek baalt dat ze naar de wc moeten.’

Het enige geluid dat zondag in Ahoy in Rotterdam tijdens de WK shorttrack boven de muziek uitkwam, was het gejuich waarmee bijna tienduizend Nederlanders de vrouwen-aflossingsploeg naar goud toeschreeuwden. Eerst een enorm gejoel, daarna een staande ovatie.

Voor de rest werden zowel shorttrackers als publiek op de WK overstemd met een programma vol vermaak. Verdeeld over drie dagen werden koning Willem-Alexander en de dertigduizend andere bezoekers in Ahoy niet alleen getrakteerd op Xandra Velzeboer en Suzanne Schulting, maar ook de (valse) Hermes House Band en de op dit moment populaire hits van dj La Fuente.

Bewust, want de WK shorttrack was niet alleen een sportevenement, maar ook een toernooi waar Nederland en de organisatie van de WK mee wilden scoren, als voorbeeld voor de rest van de wereld. Toernooidirecteur Cees Juffermans vertelde tijdens een rondleiding met Kim Jae-youl, voorzitter van de internationale schaatsunie ISU, dat er bewust was gekozen voor een opgepompt programma. “Op zichzelf is shorttrack spectaculair genoeg, maar wij vinden dat je de dweilpauzes moet vullen op een manier waarbij het publiek ervan baalt dat het naar de wc moet.”

Zware teleurstelling

Het thema van de WK was daarom dan ook It’s showtime, een marketingterm die volgens de organisatie was geïnspireerd op de schaatsers die in de strijd om de belangrijkste medailles van het jaar extra risico’s zouden nemen. Spektakel en tumult gegarandeerd.

Sportief was dat uiteindelijk alleen weggelegd voor de Nederlandse vrouwen op de aflossing. Het was het enige Nederlandse goud deze WK. Jens van ’t Wout (1500 meter) en Velzeboer (500 meter) veroverden zilver. Sportief werden de WK zo een zware teleurstelling voor de Nederlandse ploeg, die nota bene in eigen huis geen enkele individuele titel behaalde.

Matadoren

Een eigen huis dat dus volledig was herbouwd tot een uit zijn voegen barstende shorttrack­arena. Elk lampje in de hal kon afzonderlijk aan of uit worden gezet en er was een enorm podium neergezet waarop de atleten werden aangekondigd, als knipoog naar de atletiekwereld waar dat al jaren gemeengoed is.

Het doel van de show was tweeledig, aldus Juffermans. “Het is allereerst om de sporters goed neer te zetten, als de ‘matadoren’ die ze zijn én het is om mensen te entertainen. Om de sport heen moet een situatie ontstaan dat het je buurvrouw die niet veel met de sport heeft, ook in positieve zin zal verrassen.”

En dus werd tijdens het gehele programma het geluid opgevoerd in de minuten dat het ijs moest worden geprepareerd – zaterdag zelfs te hard. De enige stille momenten waren de starts van de races en tijdens de harde val van Schulting in de finale van de 1000 meter, een moment waarop het publiek de adem inhield.

Exportproduct

Het evenement stond niet op zichzelf. De Nederlandse sportevenementenbranche heeft diverse internationale toernooien de laatste jaren bewust groot opgezet, ook als exportproduct. Grote bureaus als House of Sports (langebaanschaatsen) en Tig Sports (naast shorttrack ook bijvoorbeeld Formule 1 in Zandvoort en zeilen) hebben daar vooral de hand in.

Het showelement in de sport wordt noodzakelijk, zegt ook sportmarketeer Bob van Oosterhout, die overigens niet aan het evenement verbonden is. Volgens hem is het een manier om een nieuwe generatie toeschouwers aan de sport te binden. “Producten en diensten veranderen. Dat is altijd zo geweest. Maar het is bijzonder dat sport juist niet verandert in deze tijd.”

Experimenteren

De sportmarketeer maakt een vergelijking met voetbal. “Dat is voor jonge mensen een hele zit. Zeker met twee keer 45 minuten en een wedstrijd die potentieel 0-0 kan worden. Alleen aan sporten waarvan het dna toevallig goed is, zoals basketbal of volleybal, kun je show toevoegen. Shorttrack is een bijzonder geval, juist omdat die sport eigenlijk niet bestond. Daardoor kun je experimenteren met show, om het zo op de kaart te zetten.”

Toch is er ook een luide kritische noot. Het bijprogramma in Ahoy was volgens de critici namelijk wel erg groot en bombastisch. De vraag rees daardoor of het werkelijk noodzakelijk was de schaatsers een onderdeel van het programma te laten zijn.

Volgens toernooidirecteur Juffermans is de combinatie voor het shorttrack noodzakelijk om groei te bewerkstelligen. “Naar een groot evenement komen meer media, en die zijn nodig om verhalen te delen en helden groter te maken. Groei kan er dan zijn voor het evenement, de topsport en de breedtesport.”

Balans

Een organisatie zal het volgens Van Oosterhout vanzelf merken als een evenement te veel de kant van entertainment opvalt. “Als de echte sportliefhebber afhaakt, is het mis. Ik denk dat dan de wal het schip wel keert.”

Alles in de sportorganisatie draait immers om balans, zegt Van Oosterhout. “Natuurlijk gaat het om de sport. En gevoelsmatig gaat dat bij het shorttrack momenteel best oké.”