Direct naar artikelinhoud
boekrecensie

Arendo Joustra vat de journalistiek samen in lijstjes – en legt daarmee patronen bloot

In QWERTY vat Arendo Joustra, voormalig hoofdredacteur van Elsevier, de journalistiek samen in 531 vermakelijke en veelzeggende lijstjes. Terloops schetst hij een tijd waarin vrouwen er nog nauwelijks aan te pas kwamen.

Arendo Joustra vat de journalistiek samen in lijstjes – en legt daarmee patronen bloot
Beeld Sarah-Yu Zeebroek

Een mens heeft er verder weinig aan, maar toch is het goed dat de gepensioneerde hoofdredacteur van Elsevier, Arendo Joustra, in zijn omvangrijke, bijna duizend pagina’s tellende hobbyproject QWERTY een lijstje heeft opgenomen van het @-teken in andere talen: onze ‘apenstaart’. Grieken zeggen eend, Polen varkensoor. Tsjechen kozen voor rolmops, Zweden voor olifantenslurf.

Of neem zijn lijstje met bekende radiotunes. De Dik Voormekaar Show met André van Duin werd ondersteund door 76 Trombones van Henry Mancini. In de Top 2000 is de Overture (The Assembled Multitude) uit de rockopera Tommy van The Who de rode draad, in Langs de Lijn is dat Chump Change van Quincy Jones. Het programma De groenteman (1960) dreef op Chachacha, wat zullen we eten van Truus Koopmans.

Over de auteur
Paul Onkenhout is verslaggever van de Volkskrant. Hij schrijft over media, muziek, boeken en voetbal.

In QWERTY (over de raadselachtige titel later meer) vat Joustra de journalistiek samen in 531 lijstjes, zoals hij in de ondertitel vermeldt. Dat duidt op een ambitieuze missie. Een samenvatting van pakweg een eeuw ‘journalistiek’ is geen kleinigheid. De auteur tempert de verwachtingen dan ook onmiddellijk.

Zijn eerste twee zinnen: ‘De omvang doet wellicht anders vermoeden, maar dit boek is pretentieloos. Het wil niet meer dan wat lijstjes bijeenbrengen over journalistiek en aanpalende onderwerpen.’ En los gaat hij, royaal strooiend met bronvermeldingen en alle uithoeken van het métier verkennend in 31 hoofdstukken, van cartoons tot sport en van columns tot ingezonden brieven.

Lijstjesverzamelaar

Joustra (1957) begon zijn loopbaan bij de Volkskrant en bleef daarna Elsevier, tegenwoordig EW, 34 jaar trouw. Op een lijstje van veelschrijvers in de journalistiek zou hij niet misstaan. Hij was de schrijver en samensteller van twee dozijn boeken, waaronder lijstjesboeken over de Oranjes en de politiek.

Al zijn hele leven is hij een onverzadigbare lijstjesverzamelaar. Toen de Volkskrant hem een paar maanden geleden interviewde, stond zijn huis vol met tientallen verhuis- en andere kartonnen dozen, eerder opgeslagen op de redactie van EW. Het was de oogst van een halve eeuw hamsteren.

Als ik iets interessants lees, knip ik het uit en gooi ik het in een doos, zei hij. ‘En na een tijdje heb je dan een boek.’ Joustra is een ‘beetje verslaafd’ aan lijstjes. ‘Zo bestrijd ik de chaos en krijg ik ordening in mijn hoofd.’ Lijstjes zijn niet zomaar lijstjes, zeker niet als de journalistiek de bron is. Het gaat volgens hem om waardevol erfgoed. Wie lijstjes samenstelt, zal patronen ontdekken. ‘In de journalistiek bestaat een groot verlangen om naar morgen te kijken, terwijl het verleden ons zo veel kan leren.’

Zo kan dankzij QWERTY worden geleerd dat de (fictieve) journalist in de literatuur gemiddeld genomen een man is die schrijft voor een dag- of weekblad. Ook is hij oud en ijdel, vaak een detective en zowel een roker als een drinker. Meer drank wordt geschonken in het lemma ‘het bijkantoor’, een overzicht van (voormalige) journalistencafés in diverse grote steden.

De toelichting van Joustra: ‘In vroeger tijden, toen er nog geen mobiele telefoons waren en op redacties nog nauwelijks vrouwen rondliepen, wilde een echtgenote nog weleens naar kantoor bellen om te vragen of er nog lang moest worden overgewerkt of dat ze de aardappelen kon opzetten. Om zijn collega die al in het café zat te beschermen, zei een achtergebleven redacteur dan dat die journalist/echtgenoot naar het ‘bijkantoor’ was vertrokken.’

In één moeite door presenteert Joustra lijstjes van de kranten en weekbladen die aan de Nieuwezijds Voorburgwal in Amsterdam waren gevestigd, de Nederlandse ‘Fleet Street’, en zet hij op een rij welke beroemde stukken onder pseudoniem werden gepubliceerd. Hij presenteert de vier belangrijkste schrijfmachines van Willem Frederik Hermans, noemt alle directeuren-generaal van de Rijksvoorlichtingsdienst en meldt welke Nederlandse journalisten zijn geëerd met een standbeeld.

Het bijkantoor vinden we ook terug in een lange lijst met termen uit het jargon van dag- en tijdschriftjournalisten – herkenbaar voor de ouderen in het vak. Op 27: ‘Hoerenjong: niet helemaal gevulde eenzame regel boven aan een pagina. Esthetisch niet fraai. Wordt weggewerkt door elders in de tekst te schrappen.’ Op 73: ‘Stop de persen: een beetje ironisch uitgesproken als op een (te) laat tijdstip nog nieuws binnenkomt.’

Rake titel

En zo heeft Joustra, terloops en via omwegen, de geschiedenis van de journalistiek in Nederland wel degelijk vastgelegd. Allang vergeten journalisten krijgen een vermelding, de grote veranderingen in het vak worden aangestipt. En jazeker, QWERTY is een curieuze, maar rake titel, die de lading van het boek goed dekt.

‘QWERTY’ is de aanduiding van het toetsenbord op telefoons en tekstverwerkers – en voorheen op schrijfmachines. De term is afgeleid van de eerste zes letters op de bovenste rij en heeft zijn oorsprong in een ver verleden. Om te voorkomen dat op schrijfmachines de hamertjes van veelgebruikte letters in elkaar zouden verstrengelen, werd niet voor een alfabetische indeling gekozen, maar een alternatief bedacht.

Het is een mogelijke verklaring, misschien is de indeling van het toetsenbord terug te voeren op het werk van Amerikaanse marconisten en telegrafisten. De Fransen, ‘zelden geneigd om iets wat uit de Verenigde Straten komt zomaar over te nemen’, kozen voor een andere indeling van het toetsenbord, AZERTY genaamd.

In QWERTY worden verleden en heden in de journalistiek verbonden. De kracht schuilt in de veelheid; niet de veelheid van vrouwen overigens, zij komen er bekaaid vanaf. Dat is Joustra niet aan te rekenen. Tot diep in de vorige eeuw werden vrouwen in de journalistiek geweerd. Als tegenwicht heeft Joustra hoofdstuk 31 vrijgemaakt voor vrouwen: ‘parels in de modder’.

In 1967 nog wees het statige Algemeen Handelsblad de sollicitatie van een vrouwelijke sollicitant af omdat de hoofdredactie ‘bezwaar had tegen vrouwelijke medewerkers’ op de volledig uit mannen bestaande redactie. Twee jaar later liet de toenmalige hoofdredacteur Henk Hofland weten dat je ‘op vrouwelijke journalisten niet kan rekenen’. Het kwam hem op talloze boze reacties te staan; ook van mannen, dat gelukkig wel.

Arendo Joustra: QWERTY – Journalistiek samengevat in 531 lijstjes. EW; 820 pagina’s; € 24,95.

Rake titel
Beeld EW