Direct naar artikelinhoud
Maleiers in Zuid-Afrika bezorgden rassendeskundigen een probleem
Minaret

Maleiers in Zuid-Afrika bezorgden rassendeskundigen een probleem

Bij Pasen denk je doorgaans niet aan hindoeïsme of de islam. Behalve in Zuid-Afrika. Want daar vieren hindoes en moslims hun eigen feesten van oudsher op Pasen, de enige dag waarop hun voorouders, vaak slaven of contractarbeiders, gegarandeerd vrijaf kregen.

De Verenigde Oost-Indische Compagnie (VOC), opgericht in 1602, bedreef ook mensenhandel. Ze transporteerde slaven en ‘lastposten’, onder wie opstandige moslimleiders, vanuit India, Sri Lanka en de Indonesische archipel naar de toenmalige Nederlandse Kaapkolonie.

Ook vrije moslims trokken naar de Kaap. De Nederlanders noemden hen Mardijkers, naar het Maleise woord merdeka dat vrij betekent. Hoe vrij kun je zijn? Hun geloof openlijk belijden mochten ze niet in de Kaap. Daarop stond de doodstraf. Een zeventiende-eeuws Saudi-Arabië op z’n Calvijns.

Gevarieerde keuken en taal

Op een mestvaalt groeien mooie bloemen. Uit al die slaventransporten, ballingschappen en andere migraties ontstond de boeiende gemeenschap van de ‘Malay’, nu tweehonderdduizend zielen, op een totaal van een half miljoen Zuid-Afrikaanse moslims. De websites Scroll.in en gal-dem.com besteden aandacht aan de ‘Malay’, die vooral in en nabij Kaapstad wonen.

De architecten van de latere apartheidspolitiek moeten wel dol zijn geworden van deze ‘Maleiers’. Tot welk ras behoorden ze in ‘s hemelsnaam? Arme rassenkundigen. Het waren allang niet meer enkel Maleiers. Er voegden zich later Indiërs bij hen, ook Afrikanen en zelfs Europeanen. Tot afgrijzen van elke oprechte racist mixte dat allemaal met elkaar. De zeer gevarieerde keuken en taal getuigen ervan. Deze ‘rasbedervers’ spreken een mengsel van Engels, Nederlands, Maleis, andere Aziatische en ook Afrikaanse talen. Lange tijd gebruikten ze het Arabische schrift.

De apartheidspriesters verrijkten elk ‘ras’ met een kengetal. Voor de ‘Maleiers’ was dat 02. In de heilige hiërarchie van de huidskleur stonden ze onder de blanken, maar boven de zwarten. ‘Kleurlingen’ derhalve, maar lager dan christelijke ‘rasgenoten’.

Rode kaart voor Hoessein

Met Pasen vieren ze, in een tentenkamp rondom het mausoleum van sjeik Yusuf van Makassar, een soort Loofhuttenfeest. Sjeik Yusuf was een banneling, afkomstig van het Indonesische eiland Sulawesi. Hij tartte daar de VOC, die hem dumpte in de Kaap. Daar bracht hij zijn geloofsgenoten enige fatsoenlijke theologie bij.

De geschiedenis van het Zuid-Afrikaanse ‘hindoe-Pasen’ begon later. Vanaf 1860 haalden de Britse kolonialen Indiase contractarbeiders naar Kwazulu Natal. Aanvankelijk vierden ze gek genoeg een islamitisch, sjiitisch feest: Muharram, ter ere van Hoessein, kleinzoon van Mohammed. Weliswaar waren de contractarbeiders doorgaans hindoes, maar van de lagere kastes. Daar waren de scheidslijnen tussen islam en hindoeïsme vager. Koelie-Kerstfeest, noemden de Britten Muharram neerbuigend.

Later brachten Indiase predikers het ‘echte hindoeïsme’ naar Zuid-Afrika. Ze verboden Muharram. Ervoor in de plaats kwamen feesten ter ere van hindoegodinnen, alle met hun eigen rituelen. Bij een daarvan rennen gelovigen met blote voeten over een vloer van verhitte stenen.

Jammer, die rode kaart voor Hoessein. Hij paste prima bij het christelijke Paasfeest. Net als Jezus was hij een nobele martelaar.

In de rubriek ‘In de schaduw van de minaret’ leest u bespiegelingen over de islamitische wereld van Eildert Mulder, arabist en oud-redacteur van Trouw.