CONTAINER

Met de paplepel ingegoten: generaties lang ondernemen op Sluisjesdijk

Rotterdams Havenbedrijf (RHB)
© Jelle Gunneweg
Notenfabriek Swartberg, bouwmarkt Van Wijngaarden, Westerstuw terminal etc.: er zijn opvallend veel Rotterdamse familiebedrijven op de Sluisjesdijkpier. Hoe houden ze stand, soms al meer dan 130 jaar? En waarom blijven ze hier in deze klassieke stadshaven op de rand van de stad?
In deze tweede aflevering van de serie over landtong Sluisjesdijk, spreken we de directeuren van drie familiebedrijven: Peter Leenheer (Bonn&Mees Drijvende Bokken BV), Peter Kruidenier (groothandel en transport Kruidenier Foodservice) en Mike van der Pluijm (terminal RHB).
Kruidenier en Leenheer zijn directe buren op het industrieterrein, maar ze lopen elkaars deur niet plat. De directeuren treffen elkaar soms in de kroeg of bij de businessclub van Feyenoord. En ze hebben vriendschappelijk en zakelijk contact met andere (familie)bedrijven in de straat. “De Sluis voelt nog als een dorp, waar je elkaar weet te vinden als het nodig is,” verwoordt Peter Kruidenier het gevoel.
Ze zitten met hun bedrijven in het midden van de Sluisjesdijk, met uitzicht op de Nieuwe Maas en de noordoever van de stad. Bescheiden mannen zijn het, zonder opsmuk. Hun kantoren zijn eerder functioneel dan protserig. Opvallende portretten van hun voorgangers hangen aan de muur; het eigen nageslacht staat in kleine fotolijstjes op het bureau.
Ook het kantoor van Mike van der Pluijm stamt nog uit de jaren zeventig en kent weinig luxe. Het echte ‘goud’ staat op de kade: de zwaarste mobiele havenkranen van Rotterdam waarmee ze lading overslaan. Zijn bedrijf RHB zit aan Waalhaven Noordzijde: de lange straat aan de havenkant, parallel aan de Sluisjesdijk. Op de groene gevel staat de volledige naam: Rotterdams Havenbedrijf.
Mike van der Pluijm RHB
© Jelle Gunneweg
“Wij zijn meer gefocust op de Waalhaven, dan op Sluisjesdijk,” vertelt Van der Pluijm. “Verderop in de haven zitten onze klanten en de andere ondernemers waarmee we samenwerken.” Op de pier is alleen Bonn&Mees een nauw contact. Met hun drijvende bokken helpen ze mee bij het op- en overslaan van zware ladingen.
Van der Pluijm (34) begon in 2009 bij het familiebedrijf. Hij is daarmee de vierde generatie en vormt samen met zijn vader (63) de directie. Overgrootvader Van der Pluijm startte 91 jaar geleden het stuwadoorsbedrijf in de Entrepothaven; opa zette het voort aan de Waalhaven Noordzijde. In de loop der jaren breidde RHB de terminal steeds verder uit. Inmiddels hebben ze een 730 meter lange kade tot hun beschikking, inclusief dubbel spoor, opslagruimte en loodsen.
Aan het begin van de kade staat een oude havenkraan: destijds de grootste en zwaarste havenkraan van Rotterdam. Er volgden er al snel meer, waardoor de oude in onbruik raakte. “We houden hem als monument in stand, als icoon van ons bedrijf. We hebben recent weer de allergrootste aangeschaft: een zeer wendbare high-speed kraan op wielen, die maar liefst 208 ton aankan. Een ongelofelijk ding.”
Nieuwste aanwinst RHB
© RHB
RHB treedt als douanelocatie niet graag in de publiciteit en opereert liever in stilte aan het succes. En dat levert ze geen windeieren. Van der Pluijm: “We zijn nu al meer dan negentig jaar toonaangevend in onze business. We zijn onafhankelijk, hebben een ISPS-locatie voor internationaal georiënteerde bedrijven, hebben een goed team en spelen met de afhandeling van windmolens een belangrijke rol in de energietransitie.”

Familiegeschiedenis

Hard werken is de directeuren met de paplepel ingegoten. Voor Pieter Kruidenier (65) geldt dat misschien zelfs letterlijk. Zijn vader was melkventer en verkocht in de Tweede Wereldoorlog karnemelkse pap aan bedrijven in de stad. Ook aan de bezetters, bleek later. Want toen Peter zaken wilde doen in Duitsland, kenden ze geen familie Kruidenier, maar wel ene Arie Pap. “Dat was mijn vader”, lacht de ondernemer. “Het opende ineens allemaal deuren voor mij.”
De tekst gaat verder onder de video:
Archiefbeelden van de Sluisjesdijk
Pa Kruidenier was boer aan de Schulpweg. Oma had een melkhandel. Met paard en wagen verkocht ze melk aan huis, pas later kwam de winkel. Zoon Arie had een melkkar waarmee hij langs de bedrijven in de haven reed. Zelf moest Peter als jochie vanaf zijn dertiende jaar al aan de bak: koeien melken, melk verkopen en ’s avonds met zijn vader het hooi rooien als dat nodig was.
Het is die opgestroopte mouwen-mentaliteit waarmee hij vanaf 1988 het bedrijf op Sluisjesdijk liet uitgroeien tot een succesvolle centrale in levensmiddelen. “Op het hoogtepunt hadden we met Kruidenier Foodservice een terrein van tienduizend vierkante meter met 1100 man personeel en een groente- en fruithandel in Barendrecht. Op Sluisjesdijk werden alle versproducten verzameld en bij onze vestiging in Blokker de conserven. Dat werd met 300 vrachtwagens en vanuit 16 groothandels door heel Nederland verspreid.”
Peter Kruidenier
© Jelle Gunneweg
De geschiedenis van Bonn&Mees gaat 133 jaar terug en drijft op het water. Overgrootvader Jan Leenheer was magazijnbediende bij scheepswerf Jan Smit in Alblasserdam. Toen die werf werd overgenomen door Hillrich Bonn en Job Mees, werkte Jan zich op tot boekhouder en vanaf 1905 was hij aandeelhouder van de nieuwe NV Maatschappij Drijvende Bokken. De drijvende hijskranen werden aanvankelijk alleen voor eigen gebruik ingezet op de scheepswerf aan de Maashaven. Maar toen in de jaren dertig van de vorige eeuw de crisis toesloeg, stopten de scheepswerfactiviteiten en werden de bokken voortaan aan andere bedrijven verhuurd.
Zoon Peter (54) volgde zijn vader na diens overlijden op als directeur van de bokkenfirma. Het bedrijf moest door de aanleg van de Maastunnel verhuizen en kwam terecht op Sluisjesdijk. Vanaf 1938 lagen daar in de Barendrechtse haven Bok I, II, en III. Ze zijn na de oorlog volop ingezet bij het herstel van de stad.
Weer later, in 1952, kwam de jonge Jan Leenheer aan het roer. Hij schafte zwaarder geschut aan: de bokken Pionier en Goliath, de sleepboten Pieter L. en David en de nog sterkere hijskranen Matador en Matador 2. Ze worden nu nog steeds voor hijsklussen ingezet. Het bedrijf groeide met de haven mee, een nieuw kantoor was nodig. “We hebben dit stalen kantoor met een eigen bok van Pernis naar de Sluisjesdijk gevaren.”
Kantoor Bonn&Mees
© Bonn&Mees
Peter was de vierde Leenheer op rij, die als directeur in 1996 aantrad in het bedrijf. Pieter (54): “Toen we de Matador 3 lieten bouwen, werd de haven hier te klein. De bokken en sleepboten zijn naar Heijplaat verhuisd, en wij bleven samen met de engineers en administratie op de Sluisjesdijk achter. De Matador 3 kan maar liefst 1800 ton hijsen. Daarmee hebben we een veel grotere en specialistische markt aangeboord, in heel Noordwest-Europa. Daar ben ik trots op, dat we dit met een klein team van 38 man hebben bereikt.”

Tonnetjes petroleum

Kruidenier en Leenheer komen allebei al vanaf hun kinderjaren op Sluisjesdijk en woonden met hun familie iets verderop in de Zuidhoek. Sluisjesdijk was één van drukste pieren in de haven, vertellen ze. Er zaten veel transportbedrijven, timmerwerkplaatsen, een autofabriek en autosloopbedrijf. Zandkeepers reden af- en aan om te helpen bij de wederopbouw. “Het is een plek met historie. Ooit, precies waar ik nu met mijn bedrijf zit, zat hier de voorloper van Shell. Het stond vol met tonnetjes petroleum. En er liepen koeien rond. Vanaf 1941 werd dit gebied aangewezen als compensatiegrond voor bedrijven die in de stad waren gebombardeerd.”
De ondernemers hebben de sfeer op Sluisjesdijk begin deze eeuw zien veranderen. Bedrijven gingen door de financiële crisis failliet en de grote maritieme bedrijven verdwenen richting de Tweede Maasvlakte. Daarvoor in de plaats kwamen nieuwe ondernemers met veelal een andere culturele achtergrond. Het zijn gescheiden werelden, die niet makkelijk lijken te mengen, constateren de heren. Onderling is er weinig contact. Taal zit soms in de weg, maar ook het verschil in mentaliteit. Veel nieuwe bedrijven blijven maar een paar jaar op Sluisjesdijk en gedragen zich als passanten, terwijl de familiebedrijven hun lokale historie koesteren.
Bonn&Mees
© Jelle Gunneweg
Andere bedrijven hebben zich teruggetrokken achter hoge schuttingen. Ook RHB gaat schuil achter een lange groene muur. Noodgedwongen, aangezien het een douanelocatie is en niet alle klanten de lading aan de buitenwereld willen tonen. Alleen de havenkranen zijn zichtbaar. En de vrachtwagens aan de straatkant, die af en aan de lading afvoeren.
Sluisjesdijk is een in zichzelf gekeerd gebied, waar weinig sociale controle is. De verhalen over criminele activiteiten kennen de directeuren allemaal, maar het naadje van de kous ontgaat ze. Leenheer: “Wij hebben hier weleens vreemde mensen op het terrein gezien. Maar die gingen ook weer weg; er valt bij ons niets te halen. Een buurt-app zou misschien handig zijn, want er lopen hier dag en nacht mensen. Je weet nooit of ze goed of fout zijn. Ik ga maar van dat eerste uit.”
Het Gorzenpad is ook zo’n plek, waar je je afvraagt wat daar nou precies allemaal gebeurt. Vroeger was het volgens de mannen een leuk straatje, met een timmer- en verenfabriek en andere havengerelateerde bedrijven. “Tegenwoordig zitten er allemaal garages, waar ze van drie oude auto’s één goede maken. Soms zijn er veegacties, waarbij iedereen gecontroleerd wordt. Dat zal wel een reden hebben, denk ik dan. Ook zoiets: als er een politieauto voorbij komt, gaan ze allemaal rennen. Waarom zou je dat doen? Dan is er kennelijk iets,” aldus Leenheer.

Geen zuivere koffie

Volgens Kruidenier maakt de politie dagelijks een controlerondje, ook over zijn terrein. “En dat is terecht. Er gebeuren teveel verdachte zaken in de haven. Twee jaar geleden stond hier een verzegelde container aan de waterkant. Niemand wist van wie die was. De volgende morgen stonden ineens de deuren open en was-ie leeg. Geen zuivere koffie, denk ik dan. En dat dacht de politie ook. We hebben zelf ook een keer een inval gehad met ME en al. Dat heeft een enorme impact op me gehad. Je voelt je ineens een crimineel. Ik heb gelukkig alleen een boete voor roken in kantoor ontvangen.”
Hij is scherper gaan letten op zaken die hij niet vertrouwt, maar heeft daarvoor wel eerst een paar keer zijn neus gestoten. “Ik ben in 2014 door de crisis failliet gegaan en zat toen met de erfpacht van dit pand in mijn maag. Daardoor heb ik het weleens aan de verkeerde partijen verhuurd. Kwamen er ineens allerlei dure auto’s, waren er vechtpartijen en lag er veel rommel dat zich door de wind over de hele Sluisjesdijk verspreidde. Of er gebeurde bij een bedrijf meer ’s nachts dan overdag. Die foute gasten heb ik er allemaal uitgegooid, want als beheerder van het pand straalt dat ook op mij af.”
Inmiddels heeft hij een doorstart gemaakt en richt hij zich volledig op het transport van staalstof en koelcontainers. Op zijn eigen kantoor na, heeft hij de rest van het omvangrijke terrein aan andere bedrijven verhuurd. Bestelbusjes van de distributiecentra van Hello Fresh en Happy Italy rijden af en aan; vrachtwagens manoeuvreren zich er tussendoor. Ook worden er elektrische stepjes in elkaar gezet en achterin de loods zitten expeditiebedrijfjes en een taxibedrijf.
Kruidenier op Sluisjesdijk
© Nieuws op Beeld
Vanuit zijn jaren ’80 kantoor kijkt hij uit op een rij vervallen garagepanden. Een rotgezicht vindt hij het. “De eigenaar wilde ze nog aan mij verkopen, maar ik wil die oude troep niet. Het is er brandgevaarlijk en de toiletten lozen rechtstreeks op de Maas. Ik heb niet het idee dat het Havenbedrijf of de gemeente hier ingrijpt.”
Toch wordt er aan het imago van de oude stadshaven gewerkt. Het Havenbedrijf heeft een gebiedsmanager aangesteld en de gemeente Rotterdam een stadsmarinier, speciaal voor de Waalhaven. Daardoor kwam er, na enkele politieacties en aanpassingen in de weg, een einde aan de gevaarlijke straatraces. Er zijn beveiligingscamera’s opgehangen, bedrijven verplaatst en nieuwe panden gebouwd.
Ook de openbare ruimte heeft een facelift gekregen, maar dat is niet helemaal goed uitgepakt, vindt Pieter Leenheer. “Het idee was dat na de herindeling iedereen op zijn eigen terrein kon laden en lossen. Maar het staat nog steeds vol met vrachtwagens op de openbare weg. Dat kan best listig zijn als je daar wilt passeren.”

Oeververbinding

Allemaal zijn ze ooit door het Havenbedrijf benaderd om te verkassen. Bonn&Mees al wat langer geleden al, om de vrachtwagens van Kruidenier makkelijker een draaicirkel te kunnen laten maken. Dat bleek achteraf niet nodig. Peter Kruidenier heeft recent nog te horen gekregen dat ze zijn bedrijf liever zien vertrekken. Het terrein paste precies in de plannen voor een derde oeververbinding tussen Charlois en Schiemond. Dat plan ging niet door. Maar er is ook onvrede over zijn onderhuurders, die niet in het bestemmingsplan passen en voor overlast zorgen.
Voorlopig hebben de directeuren nog een lang lopende pachtovereenkomst met het Havenbedrijf. En zitten ze zelf ook niet te wachten op een vertrek uit Sluisjesdijk. Leenheer: “We zitten hier centraal en het is een fantastische plek zo aan het water: allerlei schepen komen voorbij, soms kom ik niet aan werken toe. Aan de andere kant: die schepen zijn ons werk, dus het is ook nuttig om naar buiten te kijken.”
Doorkijkje Sluisjesdijk
© Nieuws op Beeld
Hij hoopt dat het gebied alleen bestemd blijft voor de maritieme industrie. “Toen die flats in de jaren tachtig op de gedempte Dokhaven kwamen, gingen de bewoners klagen over de herrie. Ze hadden last van de kettingen van de ankers die rammelen bij het afmeren. Maar dit is nu eenmaal al eeuwenlang een scheepvaartgebied, daar horen dit soort geluiden bij.”
RHB zit voorlopig nog goed aan de Waalhaven Noord, dichtbij de klanten en vlakbij de stad. “Veel van ons personeel woont in de buurt. En in deze haven kan alles, vanwege het kalme en zoete water. Daardoor kan de lading niet roesten en kunnen we met precisie overslaan.” Van der Pluijm hoopt wel te kunnen uitbreiden, wellicht op een andere locatie, omdat de aangeboden lading steeds langer en groter wordt.

Mooie toekomst

Peter Kruidenier ziet een mooie nieuwe toekomst voor het gebied, met veel innovatieve maritieme bedrijven en ondersteunende kantoren. “Het grote bedrijfsgebouw op de kop van Sluisjesdijk, waar vroeger Imtech zat, is daar nu een goed voorbeeld van. Daar zitten al een paar van dit bedrijfjes in.” Plannen voor een hele nieuwe invulling van dit pand zijn in de maak, maar nog niet rond.
Kruideniers zoon Bjorn wil de zaak op termijn graag overnemen. Hij is nu al met een partijenhandel in de loods gevestigd. Dat ligt anders bij Peter Leenheer. Hij ziet voor zijn vier kinderen niet per se een carrière bij Bonn&Mees weggelegd. “Ik dwing ze nergens toe. Het is aanpoten als ondernemer. Ik kan me wel voorstellen dat ze ooit aandeelhouder worden en vakmensen de zaak laten runnen. Het werk verandert. De klussen worden ingewikkelder, het is veel meer precisiewerk. Dus of we hier ooit het 200-jarig jubileum kunnen vieren? Geen idee.”
De komende weken duikt Rijnmond dieper in de problematiek rond Sluisjesdijk, met een serie verhalen over dit oude havengebied. Heb je tips of opmerkingen, mail dan met jelle.gunneweg@rijnmond.n

💬 WhatsApp ons!
Heb jij een tip voor de redactie? Stuur ons een bericht, foto of filmpje via WhatsApp ons of Mail: nieuws@rijnmond.nl