Direct naar artikelinhoud
BoekenRecensie

De naargeestigheid van Frederik De Backer drukt je regelmatig met je gezicht in de modder

‘Naarland’ is een universum dat je bevlekt en bezoedelt, ja, zeg maar aantast als een gevaarlijke infectie.Beeld BELGA

Frederik De Backer debuteert met een ­grimmig patchwork van korte tranches de vie. In Naarland lijkt het nihilisme van de ­jaren tachtig volop terug aan zet.

‘De lul die vroeger per se altijd de bordvegers wilde uitkloppen en nu eindredactie deed voor een krant, verslikte zich in een olijf. Heelder dagen zeiken over cursiveren en interpunctie, maar nog geen olijf de baas kunnen. Geen wonder dat niemand nog gazetten leest.’ Nee, bittere zelfspot is de auteur van het prozadebuut Naarland niet vreemd. Frederik De Backer (°1987) is namelijk digitaal eindredacteur van deze krant én poetst in die hoedanigheid regelmatig de artikelen van de De Morgen-scribenten op.

Toch vormde deze nijvere activiteit geen beletsel om zelf teksten uit het toetsenbord te gaan ranselen. Ranselen? Jazeker. Omdat er een soort donkere woede en onbeteugelde agitatie uit Naarland gulpt. De Backer (die eerder een non-fictieboek schreef over Marc Wilmots) is scheutig met forse klodders maatschappijkritiek én beitelt aan de lopende band nietsontziende zelfkanttaferelen én scherp waargenomen situaties op ons netvlies. Naarland: de titel is trefzeker gekozen. De naargeestigheid drukt de lezer regelmatig met het gezicht in de modder, in steeds opgepepter doses.

Laat alle hoop varen, het zou het leidmotief kunnen zijn van deze teksten van telkens zo’n 400 woorden, verschenen op de webpagina’s van deze krant tussen februari 2017 en december 2018. ‘Deze wereld ligt mij niet’, lezen we als motto. Dat is zacht uitgedrukt.

Drukt De Backer het voetspoor van zelfkantchroniqueur Jean-Marie Berckmans en spiegelt hij zich aan het vroege nihilisme van Herman Brusselmans (die overigens een lovende quote aanlevert op het omslag)? Evengoed zou je De Backer verwantschap kunnen aanwrijven met de onstuimige branie van (de jonge) Joost Vandecasteele of het biotoop van diens tv-serie Generatie B. Bijna alle teksten zijn dens en intens, krachtig en potig. En wat passeert er niet allemaal de revue? Een bont allegaartje van abstract gehouden personages. Prostituees, mannelijke zielenpoten en ‘koeionerende klootzakken’, voetbalhooligans, gemankeerde schrijvers of gesjeesde muzikanten, op springen staande koppels én naar liefde en aandacht hunkerende wezens. Veel lawaai, veel gebulder, veel mentale terreur, veel woestheid, veel vechtscheidingen en veel lichamelijk ongerief.

De Backer heeft een scherp oog voor wat scheefloopt in dit ondermaanse en kan in kort bestek een asgrauw tableau schetsen: in een treincoupé, een smeuïge kroeg of een naar sokken stinkende slaapkamer. Zijn voorkeur voor het scabreuze én een shockeffect op tijd en stond is evident: ‘In haar boeken was ze Vrouw met een hoepel van schaamhaar permanent wentelend om haar perfecte poepje dat naast de bladzij gewoon als een knokige puistenreet stond geboekstaafd.’ Kinderen zijn dan weer ‘voorvochtmalheuren’. De zoveelste loser wordt ‘een verspild orgasme’ genoemd ‘wiens grootste prestatie zich negen maanden voor zijn geboorte had voltrokken’. 

Ook voor vergelijkingen met een zekere overdrijvingsgraad draait De Backer zijn hand niet om. ‘De muziek­industrie had evenveel te maken met muziek als een curryworst met gastronomie.’ Hij evoceert een doorgedraaide wereld van neuroses, depressies en geweld, vol ‘ordinaire obsceniteiten’ en ‘stillevens in braakseltinten’. Gelukkig is er ook humor, zij het van bitsig kaliber.

Zoals wel meer debutanten is De Backer nogal roekeloos in het opeenstapelen van beelden, zodat je af en toe murw tegen het canvas ligt. Ook het ‘ik haal eens alles uit de kast’-syndroom heeft hem niet onberoerd gelaten. Een voorbeeld? Probeer deze zin maar eens heelhuids te doorstaan: ‘Als hij een beetje zijn best deed, zo dacht hij terwijl hij het oude wijf aan het tafeltje gadesloeg, kon hij het vel dat iemand in het passeren om haar bovenarm leek te hebben geworpen zodanig uitrekken dat hij twee klinknagels verwijderd was van een vlezig zonnescherm.’ Mag het een onsje minder? Soms sluipt er een Gentse tongval binnen (ergens is sprake van een ‘kalle’), in Nederland zal men af en toe de wenkbrauwen fronsen over dit particuliere, allerminst zuinige taaltje.

Neem deze teksten mondjesmaat tot u, dan komen ze beter tot hun recht. Want Naarland is een universum dat je bevlekt en bezoedelt, ja, zeg maar aantast als een gevaarlijke infectie. In ieder geval lijkt De Backer van plan de ingedommelde letteren een injectie met een gitzwart elixir toe te dienen. De­ze naarlandse excursies zijn misschien nog te zeer stijloefeningen, maar maken benieuwd naar wat De Backer op de langere baan kan.

En er is nagedacht over details. Let bijvoorbeeld op de geslaagde, schurende vormgeving van dit boekje, met de afkalvende, desintegrerende nummering en de vette schreefloze letter. Kwestie van alle ellende er nog harder in te mokeren. 

Frederik De Backer, ‘Naarland’, Borgerhoff & Lamberigts, 108 pagina’s, 19,99 euro.Beeld RV