Direct naar artikelinhoud
DM Zapt

Zwaarte komt beter tot zijn recht als er humor rond zweeft

Zwaarte komt beter tot zijn recht als er humor rond zweeft
Beeld VRT

Stef Selfslagh zet deze week de blik op oneindig. Vandaag: Wim Helsen, de presentator van het Canvas-programma ‘Winteruur’.

Er kan nooit genoeg voortreffelijk gebrachte onnozelheid zijn. Daarom maakt mijn hart telkens een sprongetje tijdens de eerste dertig seconden van Winteruur: de dertig seconden waarin Wim Helsen de cabaretier in zichzelf nog even voorrang geeft op de interviewer.

“U ziet mij zitten en u waant zich onbespied”, sprak Helsen de kijker onlangs toe. “Maar misschien zie ík u óók zitten. Misschien ga ik – als u straks uw tv uitzet en naar boven gaat – wel mee naar boven. En als u gaat slapen en u kruipt in uw bed, kruip ik misschien wel méé in bed. En vlak voor u in slaap valt, doe ik misschien wel zó (toont rechterwijsvinger) en steek ik mijn vinger misschien wel … in uw gat.”

Misschien heb ik na deze intro gehinnikt van het lachen. Misschien heb ik – terwijl ik mezelf uit mijn dubbelgeplooide toestand probeerde te bevrijden – gedacht aan de inleidingen van Regine Clauwaert in het vroegere miniprogramma Kunstzaken. En misschien ben ik nadien nog harder beginnen lachen, omdat ik mij om onverklaarbare redenen de intro ‘In de reeks Europalia-tentoonstellingen neemt Geschenken Aan Het Keizerlijk Hof van Oostenrijk een aparte plaats in’ herinnerde.

Gouden zet

“Er zijn eigenlijk maar twee soorten mensen”, zei Wim Helsen in het begin van zijn Winteruur-onderonsje met Clara Cleymans. “Zij die naar dit programma kijken en zij die niet naar dit programma kijken. Recent onderzoek van de universiteit van Gent heeft uitgewezen dat ú tot de eerste groep behoort. Welkom.” Hij had ook kunnen zeggen: “Welkom bij Winteruur, vandaag met Clara Cleymans”, maar dan had hij niet Wim Helsen, maar Lieven Verstraeten geheten.

Wat een gouden zet was het van Tom Lenaerts om dit programma niet te laten presenteren door een journalist, maar door een cabaretier. Journalisten zouden hun gasten vroeg of laat vragen of ze vertrouwd zijn met de literatuursociologische theorieën van Pierre Bourdieu. Wim Helsen schuwt de ernst evenmin, maar hij wil van zijn gesprekspartners tenminste ook weten of ze graag naar dieren kijken en zo ja: hoelang?

“Komt zwaarte niet beter tot zijn recht als er ook humor rond zweeft?”, vroeg Helsen een paar weken geleden op retorische wijze aan Herman Brusselmans. “Ja”, zei de schrijver. “Daarom wordt er ook zo vaak gelachen op begrafenissen.” Waarop zich een prachtig zinnetje van Jean Cocteau in mijn hoofd aanbood: ‘Humor is de beleefdheid van de wanhoop’.

Je verwelkomen met een plaisanterietje en je tien minuten later naar bed sturen in het gezelschap van een fraai geformuleerd inzicht: Wim Helsen kan dat.