De diefstallen vonden plaats op 8 oktober aan het Vliet, op 6 december in de Smidsbuurt en op 7 december nogmaals in de Smidsbuurt, aan de Abeelstraat en aan de Catharinahof. Met een smoes kwam de vrouw binnen om vooral portemonnees met passen erin van de slachtoffers te stelen. Ze nam geld op en deed (contactloze) betalingen. In één geval stal ze een tablet. Die ruilde ze in voor ‘een bolletje wit’ (cocaïne). De verdachte bekende de meeste feiten. Dat had er volgens rechter Willem Sikkema mogelijk ook mee te maken dat ze altijd onder invloed verkeerde. ,,Het lijkt er op dat u in een grote waas leefde.’’ ,,Weet je wat het is’’, zei de verdachte. ,,Een zaak meer of minder maakt voor mij ook niet meer uit.’’

De vrouw had al een behoorlijk strafblad opgebouwd, met name diefstallen om in haar behoefte aan drugs te kunnen voorzien. ,,Ik heb een zoon gehad die aan de ghb zat’’, vertelde een van de slachtoffers tijdens de zitting. ,,Ik zag ook dat ze aan de drugs was, maar ik dacht: ach, het is ook een mens. Daar heeft ze misbruik van gemaakt.’’ Dat heeft me zeer aangegrepen.’’

Rechter Willem Sikkema sprak van ,,echt vervelende feiten’’ en nam de eis van officier van justitie Sus Broekstra over: 8 maanden cel. Ook gelaste hij tenuitvoerlegging van 73 dagen van een in 2018 voorwaardelijk opgelegde celstraf van 260 dagen. Die tijd heeft de vrouw al vastgezeten. De resterende dagen blijven nog boven haar hoofd hangen. Aansluitend op de celstraf moet, aldus Sikkema, een opname plaatsvinden zodat de vrouw aan haar (verslavings)problemen kan werken.